KNMI neerslagradar met windkracht in m/s
 
   Zeer lichte neerslag 
   Lichte neerslag 
   Matige neerslag 
   Zware neerslag 
   Zware buien
   Wolkbreuk 
    < 1 mm 
    1 - 2 mm p/uur 
    2 - 5 mm p/uur 
    5 - 10 mm p/uur 
    10 - 99 mm p/uur 
    > 100 mm p/uur 
 
Klik op de afbeelding
     
De intensiteit van de neerslag wordt aangegeven in verschillende kleuren. De animatie van de radarbeelden over het afgelopen uur brengt in kaart waar de buien zijn gevallen en of de omvang van de buien en de intensiteit van
de neerslag is veranderd. 
 
Hoe werkt de radar?
De radar scant de wolken af op een hoogte van 1500 meter en daarboven. Fijne neerslag, zoals motregen of motsneeuw, kan vallen uit wolken met een lagere wolkenbasis van soms 500 meter hoogte. Motregen of
motsneeuw uit zulke lage wolken is daarom niet altijd zichtbaar op de KNMI-neerslagradar. Ook mist, die bestaat
uit zeer fijne druppeltjes in een wolkenlaag die op het aardoppervlak ligt, wordt door de neerslagradar niet gesignaleerd. Motregen, motsneeuw en mist worden wel vermeld in de weerrapporten zodra de automatische weerstations aan de grond dit waarnemen. jd zichtbaar op de KNMI-neerslagradar. Ook mist, die bestaat
uit zeer fijne druppeltjes in een wolkenlaag die op het aardoppervlak ligt, wordt door de neerslagradar niet gesignaleerd. Motregen, motsneeuw en mist worden wel vermeld in de weerrapporten zodra de automatische weerstations aan de grond dit waarnemen. jd zichtbaar op de KNMI-neerslagradar. Ook mist, die bestaat
uit zeer fijne druppeltjes in een wolkenlaag die op het aardoppervlak ligt, wordt door de neerslagradar niet gesignaleerd. Motregen, motsneeuw en mist worden wel vermeld in de weerrapporten zodra de automatische weerstations aan de grond dit waarnemen. 
 
Sneeuw
Natte sneeuw geeft de radar beter weer dan droge sneeuw. Natte sneeuw bevat veel water dat goed reflecteert. Droge sneeuw bestaat voor het merendeel uit ijskristallen die minder goed worden gereflecteerd. Door de lage valsnelheid van vooral lichte droge sneeuw kan er verschil in afstand zitten tussen de plek waar de radar de sneeuw reflecteert en waar deze de grond bereikt. Daardoor kan het soms, vooral als het ook flink waait, op een bepaalde plaats eerder sneeuwen dan de radar laat zien. 
 
Lees meer over neerslagradars