Een Ferrelcel (genoemd naar William Ferrel)
is een atmosferische circulatiecel die zich
ongeveer tussen de 30e en 60e breedtegraden
bevindt.
In tegenstelling tot de Hadley- en polaire
cellen zijn Ferrelcellen een secundair
verschijnsel, dat zijn bestaan te danken
heeft aan de polaire en Hadleycellen. Een
Ferrelcel bestaat uit alle atmosferische
wervels die tussen de Hadley- en polaire
cellen in liggen. Zoals het Corioliseffect
de passaat
in de Hadleycellen naar het westen afbuigt,
wordt de wind in de Ferrelcellen naar het
oosten afgebogen. Dat betekent dat de
dominante windrichting
uit het westen is. Sterke hogedrukgebieden
als een Siberisch hoog zijn een soort
kortstondige onderbrekingen in Ferrelcellen |
| |
|
Terwijl de Hadley- en polaire cellen
gesloten systemen zijn, zijn
Ferrelcellen minder duidelijke
atmosferische fenomenen. Dit blijkt
uit het feit dat de dominante
westenwinden vaak onderbroken worden
door andere windrichtingen. De
luchtcirculatie in de Ferrelcellen
is ingewikkelder en onregelmatiger
dan in de andere cellen. Het weer
varieert op gematigde breedtegraden
daardoor meer dan in de tropen of
poolgebieden. |
|
|
De basis van een Ferrelcel wordt
gevormd door de beweging van
luchtmassa's, die voor een gedeelte
wordt beïnvloed door de plek van de
straalwinden. Deze worden gevoed
door de opgestegen
lucht in lagedrukgebieden.
Lagedrukgebieden volgen daardoor de
beweging van de straalstromen op een
weerkaart. Hoewel aan de oppervlakte
de gemiddelde windrichting van de
evenaar af is (op
het noordelijk halfrond naar het
noorden), is de bovenstroming hoger
in de atmosfeer niet erg sterk
ontwikkeld. |
|
|
 |
|
Ferrelcell |
|
| |
| Dit
komt gedeeltelijk omdat in tegenstelling tot
in polaire of Hadleycellen in de
Ferrelcellen geen sterke aandrijvende
warmtebron of koudtebron aanwezig is om de
circulatiestroming aan te drijven. Ook de
wervels aan het oppervlak destabiliseren de
luchtstroom in de hogere delen van de
atmosfeer. |
|