|
Denver Convergentie Vorticiteitszone
|
|
|
De Denver Convergence Vorticity Zone (DCVZ) is een orografisch geïnduceerd atmosferisch fenomeen dat wordt gekenmerkt door convergerende winden in de High Plains net ten oosten van het grootstedelijk gebied van Denver, doorgaans 50 tot 100 km (30 tot 60 mijl) lang en georiënteerd
in een noord-zuid richting. Dit meteorologische kenmerk werd onderworpen aan wetenschappelijk onderzoek na een grote uitbraak van tornado's in het gebied van Denver in 1981 en wordt in verband gebracht met de neiging van het gebied om landspout (misocycloon) en supercel (mesocycloon) tornado's te produceren. De DCVZ wordt vaak geassocieerd met het Denver Cyclone-effect, dat sommigen beschouwen als een meer volledig ontwikkelde iteratie van de DCVZ, hoewel de Denver Cyclone door sommige wetenschappers als een afzonderlijk atmosferisch fenomeen wordt beschouwd. |
| |
| Kenmerken |
| |
DCVZ-omstandigheden ontstaan wanneer een laaggelegen vochtige, zuidoostelijk stromende luchtmassa de Palmer Divide ontmoet, een bergrug die zich uitstrekt ten oosten van de Colorado Front Range. Als de vochtige lucht over de bergrug stijgt en noordwestelijke winden ontmoet die
afkomstig zijn uit de uitlopers van de Rocky Mountains, kunnen winden samenkomen om een versterkte cyclonische vorticiteit te creëren.
Een onderzoek dat tussen 1981 en 1989 werd uitgevoerd, toonde aan dat de DCVZ zich op een derde van alle dagen tijdens het convectieseizoen (mei tot en met augustus) vormde. |
| |
| DCVZ-omstandigheden worden vaak geassocieerd met het Denver Cyclone-effect, dat wordt gekenmerkt door de vorming van een grote werveling nabij het stadscentrum. |
| |
| Rol in atmosferische convectie en tornadovorming |
| |
Wanneer een DCVZ en met name Denver Cyclone zich ontwikkelen, kan een anderszins afgedekte atmosfeer zonder diepe, vochtige atmosferische convectie (bijv. onweerswolken) uiteenvallen in cumulonimbus- en cumulus congestuswolken. Zodra deze onweerswolken zijn ontstaan, kunnen ze zich zeer snel vormen. Droge microbursts en landspouts kunnen voorkomen in de vroege stadia van ontwikkeling, terwijl natte microbursts en af en toe mesocyclonische tornado's zich in latere stadia voordoen. Al deze worden erkend als vrij algemeen en als gevaren voor Denver International Airport (DIA), zowel de voormalige locatie in Stapleton als de nieuwere locatie verder naar het oosten. Er zijn verschillende maatregelen genomen
om deze gevaren te identificeren en maatregelen te nemen om ze te beperken wanneer ze aanwezig zijn. |
| |
Veel studies documenteren de rol van de DCVZ bij tornado-uitbraken in het gebied van Denver. Met behulp van klimaatgegevens uit de jaren tachtig suggereerde een onderzoeker dat de aanwezigheid van een sterke DCVZ in juni gepaard gaat met een kans van 70% op de vorming van tornado's
in een bepaald gebied. |
|
|
|
|
|
|
|
