Gemiddelde relatieve luchtvochtigheid
   
De relatieve vochtigheid geeft het percentage waterdamp in de lucht aan, in verhouding tot de maximaal mogelijke hoeveelheid, bij een bepaalde temperatuur. Bij mist is de relatieve vochtigheid hoog, meer dan 98%. Meestal zit er minder waterdamp in lucht. Naarmate het warmer is kan zit er minder waterdamp in lucht. Naarmate het warmer is kan lucht meer waterdamp opnemen.
 
Tot 1990 werd de luchtvochtigheid gemeten met een hygrograaf met ontvet mensenhaar: hoe vochtiger de lucht, hoe langer het haar.
Een variant daarop, de ‘haarhygrometer’, wordt in huis nog gebruikt. Voorheen mat men ook wel met twee kwikthermometers.
Een daarvan kreeg een nat kousje (‘natte bol’) om en koelde af als het water daaruit verdampte. Uit het temperatuurverschil met de andere,
onverpakte thermometer las men de luchtvochtigheid af.
Gemiddelde relatieve luchtvochtigheid om 12 UTC  1991 - 2020
 
Klik op een kaart rechts voor een andere maand 
 
Januari
 
Februari
 
Maart
 
April
Mei
 
Juni
 
Juli
 
Augustus
September
 
Oktober
 
November
 
December
Highslide JS
Winter
 
Highslide JS
Lente
 
Highslide JS
Zomer
 
Highslide JS
Herfst
Gemiddelde relatieve luchtvochtigheid 1991 - 2020
Klik op een kaart rechts voor een andere maand 
 
Januari
 
Februari
 
Maart
 
April
Mei
 
Juni
 
Juli
 
Augustus
September
 
Oktober
 
November
 
December
Highslide JS
Winter
 
Highslide JS
Lente 
 
Highslide JS
Zomer
 
Highslide JS
Herfst