|
C.H.D. Ballot oprichter van het knmi |
|
|
|
Iedereen denkt bij de naam Buys
Ballot aan zijn "wet", waarin hij het
verband beschreef tussen luchtdruk en wind.
In eenvoudige bewoordingen luidt de wet:
staande met de rug naar de wind, bevindt het
lagedrukgebied zich op het noordelijk
halfrond links van
de waarnemer en het hogedrukgebied rechts
van hem. |
Buys Ballot wist op later leeftijd maar al
te goed dat hij eigenlijk helemaal niet de
ontdekker was van deze
relatie. Een jaar
eerder had de Amerikaan William Ferrel
(1817-1891) die wetmatigheid al op
theoretische gronden aangetoond. En zelfs
Ferrel was niet de eerste, want al in 1765
schreef de Duitse onderzoeker
Lambert over het verband tussen luchtdruk en wind. Buys
Ballot was echter wel de eerste, die de wet
uit waarnemingen, dus uit de praktijk
aantoonde. |
|
Dat zijn naam en niet die van Ferrel hiermee
is vereeuwigd, dankte hij aan zijn grote
internationale
bekendheid. Buys Ballot publiceerde zijn
ontdekking in 1857 en pas na dertig jaar
stelde hij Ferrel voor om
ook diens naam aan die wet te verbinden. De
bescheiden Amerikaan moest daar niets van
weten.
Hij vond het wel een eervol aanbod,
maar bedankte voor de eer. Dat hij toevallig
op vrijwel hetzelfde moment dezelfde
ontdekking had gedaan was voor hem geen
reden om de naam van de inmiddels alom
bekende
wet van Buys Ballot te veranderen. |
|
Wie was die internationaal bekende
Nederlander, die als leeftijdgenoot in één
adem wordt genoemd met beroemdheden als
Donders, Opzoomer, Morse, Maury en Brahms.
De componist Johannes Brahms
(1833-1897) is niet zo'n vreemde eend in de
bijt als misschien lijkt. Hij was regelmatig
te gast in het huis van
de medisch
hoogleraar Jan Engelmann op het Lucas
Bolwerk in Utrecht, een ontmoetingsplaats
van
beroemde musici en collega's van de
Utrechtse universiteit. Of Buys Ballot de
beroemde componist daar ooit heeft ontmoet,
is niet bekend. Dat is echter zeker niet
uitgesloten, te meer daar de meteoroloog
zelf veel musiceerde. |
|
|
 |
Christophorus Henricus
Didericus
Buys Ballot
(10-10-1817- 3-02-1890) |
|
|
Een man met veel initiatief |
|
Buys Ballot kennen we echter vrijwel
uitsluitend als natuurkundige en wordt
vrijwel altijd in verband gebracht met zijn
"wet". Maar dat is bepaald
niet het enige dat Buys Ballot gepresteerd
heeft. Hij is ook initiatiefnemer en
oprichter van het KNMI. Bovendien is hij de
grondlegger van de weerkaart, en daarmee het
weerbericht, in ons land. Hij nam het
initiatief tot de oprichting van een
instelling voor internationale samenwerking
in
de meteorologie. grondlegger van de weerkaart, en daarmee het
weerbericht, in ons land. Hij nam het
initiatief tot de oprichting van een
instelling voor internationale samenwerking
in
de meteorologie. grondlegger van de weerkaart, en daarmee het
weerbericht, in ons land. Hij nam het
initiatief tot de oprichting van een
instelling voor internationale samenwerking
in
de meteorologie. |
|
In 1873 leidde zijn oproep tot de oprichting
van het "Internationaal Meteorologisch
Comité" (IMC), waarvan de leden onder andere
in Utrecht bijeenkwamen. Zes jaar later werd
de naam veranderd in "Internationale
Meteorologische Organisatie" (IMO). In 1951
werd dat de "World Meteorological
Organization" (WMO). Buys Ballot was de
eerste president van deze voor de
meteorologie zo belangrijke organisaties. Zo
werd
onder zijn leiding een begin gemaakt met de
invoering van een internationale
meteorologische code voor de uitwisseling
van weergegevens. |
|
Ook werden verschillende meteorologische
begrippen gedefinieerd en richtlijnen
gegeven voor het bepalen van de hoeveelheid
bewolking en de windkracht. Binnen het raam
van die internationale samenwerking lukte
het Buys Ballot om het jaar 1882-1883 uit te
roepen tot internationaal
pooljaar en ging een Nederlandse expeditie
op weg naar de Noordpool. De deelnemers aan
deze tocht kregen de ene tegenslag na de
andere en hebben hun doel uiteindelijk niet
kunnen bereiken. Op de terugtocht belandden
ze op een heel klein eilandje, dat niet op
de kaart stond.
Ze noemden dat het "Buys Ballot-eiland". Het
heet nog steeds zo en ligt op 70"24'
Noorderbreedte en 58.31' Oosterlengte. Veel
Nederlandse
steden hebben nog altijd een Buys
Ballotstraat of een Buys BaIlotschool. |
|
Van "teleurgesteld" chemicus tot succesvol
meteoroloog. |
|
Christophorus Henricus Diedericus Buys
Ballot werd in 1817 geboren in Kloetinge
(Zeeland), waar zijn vader dominee was. Hij
was enig kind.
Toen hij drie jaar was, verhuisde het gezin
naar Brakel. Dagelijks liep hij naar
Zaltbommel (een afstand van twaalf
kilometer) waar hij op het gymnasium zat. In
die tijd had hij reeds grote belangstelling
voor getallen en wiskunde. Van specifieke
weerkundige belangstelling was nog geen
sprake. Toen hij zeventien jaar was, liet
hij zich als student inschrijven aan de
Faculteit der Letteren in Utrecht. |
|
Een jaar later veranderde hij van
studierichting. Hij koos voor wis- en
natuurkunde wat de eerste kennismaking met
meteorologie opleverde.
Na het kandidaatsexamen hielp hij de docent
Richard van Rees (1797-1875) met weerkundige
waarnemingen op de Smeetoren in Utrecht.
Ook zijn studiege- noot Frederick Wilhelm
Christiaan Krecke (1812-1882). later
betrokken bij de oprichting van het KNMI,
assisteerde daarbij.
Van Rees had daarnaast
op de Domtoren weerinstrumenten geplaatst
onder andere om te zien of het op grote
hoogte meer regende dan onder
bij de toren. |
|
Na zijn promotie in 1844 werd Buys Ballot
aan de universiteit van Utrecht benoemd tot
lector in de geologie, mineralogie en
scheikunde.
Dat liep echter uit op een teleurstelling:
als chemicus kreeg hij weinig waardering
omdat zijn werk te theoretisch werd
gevonden. Dertig jaar later kwam hij nog
eens op deze periode terug. Hij schreef
dat hij "de meteorologie uit teleurstelling
als een speelpop ter hand had genomen". |
|
 |
Het KNMI gezien vanaf Servaasbolwerk
in Utrecht. Deze mooiste prent
van het instituut is gemaakt kort na
de bouw rond 1856
(steendruk van P.W. van de Weijer). |
|
|
In 1847 verscheen zijn eerste
meteorologische publikatie over de
maandelijkse variaties van de temperatuur
door het hele jaar heen.
In die periode gebeurde er ook veel in zijn
privé-leven. Hij huwde en een
paar jaar
later kreeg hij een dochter. Kort na de
geboorte van zijn
tweede kind, een' zoon, overleed echter de
dochter en een paar weken
later ook zijn
vrouw. juist in deze moeilijke periode begon
hij samen met studiegenoot Krecke de
meteorologische waarnemingen in Utrecht,
die zouden leiden tot de oprichting van het
KNMI. |
|
Juist in deze moeilijke periode begon hij
samen met studiegenoot Krecke
de
meteorologische waarnemingen in Utrecht, die
zouden
leiden tot de oprichting van het KNMI. Als
lokatie kozen ze het "Bolwerk Sonnenborgh"
in Utrecht. Buys Ballot stelde voor dat huis
te verbouwen tot astronomisch en meteorologisch
observatorium en slaagde erin financiële steun
te krijgen van
de regering. |
|
Hij had de tijd mee want overal in Europa
werd toen de noodzaak ingezien
van nationale
meteorologische diensten. Op 31 januari 1854
was het zover: het Koninklijk Nederlands
Meteorologisch Instituut werd onder het
Ministerie
van Binnenlandse Zaken opgericht
met
Buys Ballot als eerste hoofddirecteur.
Luitenant ter Zee M.H. Jansen werd benoemd tot
directeur waarnemingen
te land. |
|
|
Met
Jansen kwam het spoedig tot een conflict: hij was niet
tevreden over zijn positie en verzette zich tegen de eis
dat Buys Ballot
alle uitgaande brieven moest ondertekenen.
Dat leidde al eind december in
het oprichtingsjaar van het KNMI tot het
ontslag van jansen. Buys Ballot miste de
gave om zijn medewerkers aan zich te binden
door hen een meer zelfstandige rol te laten
spelen. Zo blijkt uit een mededeling van de
dochter van Krecke. Hij zelf verliet in 1866
teleurgesteld het KNMI.
Krecke richte zich in zijn KNMI-jaren vooral
op het grote publiek en publiceerde in 1861
een tweedelig standaardwerk over het klimaat
van
Nederland. In die eerste jaren tekende
kaarten, de eerste weerkaarten. Uit de
weinige gegevens die toen beschikbaar waren,
wist hij zijn "wet" te formuleren. |
|
Buys Ballot in zijn vrije
tijd |
|
Intussen was hij, na vijf jaar weduwnaar te
zijn geweest, opnieuw getrouwd. Het tweede
huwelijk bezorgde hem heel wat meer geluk
dan het
eerste. Hij werd vader van twee dochters en
twee zoons en met de zoon uit zijn eerste
huwelijk heeft hij dus vijf kinderen
grootgebracht.
Hij kocht in die tijd drie landgoederen op
de Veluwe als geldbelegging. landgoed De
Dellen was het ontspanningsoord van de
familie.
Hij had er de beschikking over een koepel
van waaruit hij de sterrenhemel kon
observeren.
Ook had hij hier een werkvertrek ingericht,
waarin hij zich nog wel eens terugtrok. Toch
had Buys Ballot ook alle aandacht voor zijn
kinderen.
Hij wandelde vaak met ze, speelde allerlei
spelletjes en leerde hen fluit spelen. Hij
hield ook van schaken en dat hij lenig was
blijkt wel uit een opmerking van zijn oudste
zoon: "Pa sprong nog op zijn zestigste over
drie stoelen tegelijk". |
|
Buys Ballot introduceert de
weersverwachting van het KNMI |
|
Ondertussen ging hij onvermoeibaar door met
het schrijven van publikaties. Verscheidene
verhandelingen gingen over regels om het
weer in Nederland te voorspellen,
bijvoorbeeld uit de
wind en de
barometerstand. De weerkundige waarnemingen
van Utrecht en vele andere weerstations in
het land werden jaarlijks gepubliceerd in
lijvige boeken. |
|
Buys Ballot benaderde verscheidene
natuurkundige genootschappen, universiteiten
en particulieren
in het hele land met het
verzoek om meteorologische waarnemingen te
verrichten. Zo wist hij een omvangrijk
meetnet van de grond te krijgen. Zodoende
bestaan er van sommige plaatsen in ons land
nu al meetreeksen over een periode van 14
jaar.
Eén van de belangrijkste doelstellingen van
Buys Ballot was het tijdig waarschuwen voor
storm. |
|
In 1868 introduceerde hij de aëroklinoscoop,
een seinpaal, waarmee de drukverschillen in
ons land konden worden aangegeven. Hoe
groter die verschillen in luchtdruk, hoe
harder het waait. Zodoende was dit een soort
stormwaarschuwingssysteem. Op tal van
plaatsen in ons land, voornamelijk op
havens, werden aëroklinoscopen opgesteld. De
seinpalen werden bij voorkeur
hoog op daken
geplaatst, zodat iedereen kennis kon nemen
van de windverwachting.
Ons land was dankzij Buys Ballot één van de eerste landen met een
georganiseerde stormwaarschuwingsdienst. |
|
De weerman droomde van een instrument
waarmee verschillende weerelementen, zoals
temperatuur, luchtdruk en wind, konden
worden gemeten. Die gegevens moesten via een
elektrisch signaal naar het KNMI worden
overgeseind. Buys Ballot wilde vier van
dergelijke zogenaamde telemeteorografen in
ons land installeren, maar de Nederlandse
regering
voelde
daar niets voor. Uiteindelijk kwam er
één op de Domtoren en later nog één in
Vlissingen.
Het was echter geen succes. |
|
Een andere wens van Buys Ballot was de
uitgifte van een dagelijks weerkaart je met
een algemeen weerbericht. De belangstelling
voor de weersverwachtingen van het publiek
was toen nog niet groot. In 1878 klaagde
Buys Ballot dat slechts drie kranten de
weerberichten wilden publiceren. Misschien
kon dankzij de verspreiding van weerkaarten
met verwachtingen een groter publiek worden
bereikt. In 1881 verschenen de eerste
dagelijkse kaarten bij het filiaal van het
KNMI in Amsterdam; vanaf 1890 werden ze
vanuit Utrecht verspreid. |
|
Buys Ballot heeft dat nog net kunnen
meemaken, hij overleed op 3 februari 1890
van dat jaar.
Hij werd begraven op zijn
geliefde oord, het landgoed De Dellen op de
Veluwe. |
|
Bijna zeven jaar later, eind 1896,
verhuisde het KNMI naar De Bilt. Op 1 mei
1897 werd het
gebouw in De Bilt officieel in
gebruik genomen.
Wat betreft de
weersverwachtingen en
internationale
samenwerking op het gebied van de
meteorologie is er in de voetsporen van Buys
Ballot veel
tot stand gekomen. Het KNMI mag
trots zijn op zijn grondlegger Buys Ballot. |
|
"Wiens weerwijs hoofd veel meer dan dit aan
kostbare wetenschap bezit."
Nicolaas Beets (1887)
Bron: KNMI,door Harry Geurts |
|
|
 |
|
|
|
|
Aëroklinoskoop, de stormseinpaal van
Buys Ballot uit de negentiende eeuw.
Met dit apparaat werd de grootte van
het luchtdrukverschil in Nederland
aangegeven. Hoe groter het
drukverschil, hoe schuiner de stand
en hoe harder de wind. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|