|
Afrikaanse oostelijke straalstroom
|
|
|
| De Afrikaanse oostelijke straalstroom is een gebied in de lagere troposfeer boven West-Afrika waar de gemiddelde seizoenswindsnelheid maximaal is en de wind oostelijk waait. Het temperatuurcontrast tussen de Saharawoestijn en de Golf van Guinee zorgt ervoor dat de straalstroom zich ten noorden van de moessontrog vormt. De maximale windsnelheden van de straalstroom liggen op een hoogte van 3 kilometer. De straalstroom beweegt in januari noordwaarts vanaf de meest zuidelijke locatie en bereikt in augustus de meest noordelijke breedtegraad. |
| |
De sterkste winden zijn in september, terwijl de straalstroom weer richting de evenaar begint te bewegen. Binnen de oostelijke straalstroom vormen zich tropische golven. Convectiecomplexen die met deze golven geassocieerd worden, kunnen tropische cyclonen vormen. Als de straalstroom zich
in augustus en september ten zuiden van de normale locatie bevindt, wordt tropische cyclogenese onderdrukt. Als de woestijnvorming in Sub-Sahara Afrika doorzet, kan de kracht van de straalstroom toenemen, hoewel de generatie van tropische golven waarschijnlijk zal afnemen, wat het aantal tropische cyclonen in het Atlantische bekken zou verminderen. |
| |
| Vorming en kenmerken |
| |
In januari ligt de Afrikaanse oostelijke straalstroom op 3.000 meter boven zeeniveau op vijf graden noorderbreedte. De winden daarin nemen in snelheid toe van 30 km/u in januari tot 40 km/u in maart. In april verschuift de straalstroom noordwaarts naar de zevende breedtegraad,
de winden in de straalstroom nemen toe tot 45 km/u. In juni verschuift de straalstroom noordwaarts naar noordwestelijk Afrika. |
| |
Van juni tot oktober leidt de thermische lagedruk boven Noord-Afrika tot een westelijke straalstroom op lage hoogte ten zuiden van de
Intertropische Convergentiezone. De Afrikaanse oostelijke straalstroom op middelhoog niveau ontstaat doordat de opwarming van de West-Afrikaanse landmassa in deze tijd van het jaar een oppervlaktetemperatuur- en vochtigheidsgradiënt creëert tussen de Golf van Guinee en de Saharawoestijn. De atmosfeer reageert door verticale windschering te genereren om de thermische windbalans te handhaven. De straalstroom bereikt zijn hoogtepunt in augustus, tussen de 16e en 17e breedtegraad. In september bereikt de wind een maximum van bijna 50 km/u tussen de 12e en 13e breedtegraad. De oostelijke straalstroom verzwakt en zakt in oktober en november naar het zuiden. |
| |
| |
De Afrikaanse oostelijke straalstroom op middelhoge hoogte wordt beschouwd als een cruciale rol te spelen in de West-Afrikaanse moesson,
en helpt bij het vormen van de tropische golven die over de tropische Atlantische Oceaan en de oostelijke Stille Oceaan trekken tijdens het warme seizoen. De straalstroom vertoont zowel barotrope als baroklinische instabiliteit, wat synoptische schaal, westwaarts voortplantende verstoringen
in de straalstroom produceert die bekend staan als Afrikaanse oostelijke golven of tropische golven. Deze instabiliteiten, met name in aanwezigheid van vochtige convectie, veroorzaken intense cyclonale wervelingen in de onderste laag aan de noordelijke flank van de straalstroom. |
| |
| Een klein aantal mesoschaal stormsystemen ingebed in deze golven ontwikkelen zich tot tropische cyclonen nadat ze van West-Afrika naar de tropische Atlantische Oceaan trekken, voornamelijk in augustus en september. Wanneer de straalstroom ten zuiden van normaal is tijdens de piekmaanden van het Atlantische orkaanseizoen, wordt de vorming van tropische cyclonen onderdrukt. |
|
|
|
|
|
|
|
