Meteorologische encyclopedie - hoofdstuk E
 
 
Easton:
Cornelis Easton overleed in 1929, een jaar na het uitkomen van zijn bekendste werk Les hivers dans l’Europe occidentale (Leiden, 1928).
Easton was journalist en publicist, maar daarnaast ook amateur- astronoom en – meteoroloog. In Hemel en Dampkring (voorloper van het huidige Zenit) zijn in de jaargangen 1900- 1925 diverse bijdragen van hem te vinden. Wat heeft Easton met 2006 te maken, zoals de titel van dit stuk suggereert? Het jaar 2006 is 89 jaar na 1917, maar ook dat lost het probleem niet onmiddellijk op. Wel is het zo dat in 1917 een publicatie van Easton verscheen, onder de titel ‘Klimaatschommeling en weersvoorspelling’.
 
Eb:
Laagste waterstand binnen de schommelingen door de astronomische getijden. Door de aantrekkingskracht van zon en maan gaat het zeewater regelmatig heen en weer. Met eb wordt meestal niet alleen de laagste waterstand bedoeld maar de hele periode tussen hoog- en laagwater
wanneer het water zakt.
 
Eclips:
Verduistering die kan ontstaan doordat een hemellichaam dat zelf geen of weinig licht uitstraalt, in de schaduw treedt van een ander lichaam zoals bij
een maans-verduistering of doordat een helder lichaam wordt bedekt door
een donker lichaam zoals bij een zonsverduistering.
 
Een totale zonsverduistering ontstaat waar de schaduwkegel van de Maan op het aardoppervlak valt. Zon, Maan en Aarde staan dan in die volgorde precies op een lijn. Een grote zonsverduistering, waarbij de zon vrijwel of geheel verduisterd wordt was in ons land het laatst op 11 augustus 1999 te zien en pas in 2081 is hier weer zo'n grote zonsverduistering zichtbaar. Gedeeltelijke zonsverduisteringen komen vaker voor (in ons land 42 in de vorige eeuw). 
Vroeger dacht men dat zonsverduisteringen van invloed waren op het
 
Zonsverduistering   Bron: Ketnet.be
 
weer in de toekomst, maar tegenwoordig weten we dat een verduistering van zon of maan geen invloed heeft op het weer op lange termijn.
Tijdens een totale zonsverduistering vindt door het wegvallen van de invallende zonnestraling wel een lichte daling van temperatuur plaats, wat invloed heeft op de luchtdruk waardoor de wind iets toeneemt, de eclipswind genaamd.
 
Ecliptica:
De ecliptica of schijnbare zonneweg is de schijnbare jaarlijkse baan van de zon ten opzichte van de sterren aan de hemelbol. Het vlak van de
ecliptica bevat dus zowel het middelpunt van de zon als dat van de aarde. Van de zon uit gezien is de ecliptica de jaarlijkse baan van de aarde
om de zon.
 
Eclipsjaar:
Twee volledige cycli van eclipsseizoenen (samen 346,6 dagen).
 
Eclipspad:
Strook van vaak meer dan 10.000 km lengte over de aarde waar de zonsverduistering totaal is.
 
Ecomet:
Europese organisatie van nationale weerdiensten, waaronder het Nederlandse KNMI. Ecomet heeft onderling afspraken gemaakt over de
hoeveelheid en de prijzen van te leveren meteorologische gegevens aan commerciële weerbedrijven, zoals Meteo Consult te Wageningen.
In Amerika wordt hier heel anders tegenaan gekeken. Het verzamelen en verwerken van de meteorologische gegevens in de nationale
weerdiensten zijn reeds door de belastingbetaler betaald en dus verder vrij voor een ieder beschikbaar. Ecomet is gevestigd in Brussel.
 
Eem-interglaciaal:
Warme periode tussen Saalien en Weichselien.
 
Eeuwige sneeuw:
Sneeuw die ligt op plaatsen waar steeds weer nieuwe sneeuw valt voordat de oude laag door smelten of lawinewerking is verdwenen. Hoewel de hoeveelheid sneeuw gelijk blijft, is de op de plaats aanwezige sneeuw niet steeds dezelfde: er vindt een verversing plaats. Naarmate het klimaat warmer is, ligt de ondergrens van de eeuwige sneeuw hoger. In de poolstreken ligt zij ongeveer op zeeniveau, in de Alpen op ca. 2600 m en bij de evenaar op ruim 5000 m. In gebieden met eeuwige sneeuw kunnen ijsmassa's ontstaan die langzaam langs hellingen omlaag glijden(gletsjers).
 
E-klimaat: 
Het poolklimaat is het E-klimaat in de klimaatclassificatie van Köppen. In gebieden met het poolklimaat groeien alleen maar mossen. Dit komt omdat de wintertemperatuur er erg laag is.
's Winters komt de zon helemaal niet op rond de polen. Het is er dag en nacht donker en kan
op sommige plaatsen wel 60 graden vriezen. In de zomer blijft de zon dag en nacht schijnen. 
Maar omdat het 's winters zo koud is en de zomer maar kort duurt ontdooit alleen de bovenste laag van de aarde, de rest blijft bevroren. Hierdoor kunnen er nauwelijks planten groeien,
en tref je er voornamelijk mossen aan. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt tussen de 0 en de 10 graden. Lees mees over E-klimaten
 
ET = Toendraklimaat: In de zomer komt de temperatuur tussen de 0°C en 10°C 
EH = Hooggebergteklimaat: Hele jaar kouder dan 0°C, Op de toppen van gebergten 
EF = Poolklimaat: Hele jaar kouder dan 0°C, Ver van de evenaar gelegen 
 
Gebieden met een poolklimaat (E) 
 
Ekman-spiraal:
De Ekman-spiraal beschrijft de windverandering in de grenslaag. De grenslaag is een laag die ongeveer 1000 meter dik is en direct op de aarde ligt.
De Ekman-spiraal verklaart waarom de wind dichter bij het oppervlak van de aarde gekrompen is (op het noordelijk halfrond!) en in kracht afgenomenten opzichte van de bovenkant van de grenslaag. De oorzaak ligt in de wrijving dicht bij het aardoppervlak en de draaiing van de lucht veroorzaakt door de corioliskracht. Aan de top van de grenslaag waait de wind evenwijdig aan de isobaren; we noemen dit de geostrofische wind. Äkerblom beschreef in 1908 hoe de afwijking tussen de werkelijke wind en de geostrofische wind met toenemende hoogte exponentieel afneemt.
Hij gebruikte daarvoor de theorie die door Ekman in 1902 was ontwikkeld.
 
Elektrische thermometer:
Instrument waarmee de heersende temperatuur wordt gemeten met behulp van elektrische elementen. Met deze thermometer kan de
temperatuur ook op grote afstand worden bepaald. Voorbeelden van elektrische thermometers zijn de elektrische weerstandsthermometer
en het thermokoppel.
 
Elektrische weerstandsthermometer:
Elektrische thermometer waarbij gebruik wordt gemaakt van de elektrische weerstand van metalen. Bij toenemende temperatuur neemt de weerstand namelijk af. De gemeten weerstand is op die manier een indicatie voor de heersende temperatuur. De meest geschikte metalen voor gebruik in elektrische weerstandsthermometers zijn platina en nikkel. Deze metalen hebben een relatief grote weerstandsverandering bij het
verlopen van de temperatuur en de verhouding van die weerstandsverandering ten opzichte van de temperatuurverandering is bovendien
redelijk lineair.
 
Elektrometeoor:
Eektrometeorenl zijn meteoren, d.w.z. lichtverschijnselen die op het gebied van meteorologie worden waargenomen in de atmosfeer aan het aardoppervlak of in de lucht. Dit zijn deeltjes, hoorbaar of zichtbaar, die op één of andere wijze het gevolg zijn van een vorm van atmosferische elektriciteit. Ze kunnen zich manifesteren op een onregelmatige manier in de vorm van een aantal elektrische ontladingen (bliksem, donder of te
wel onweer ) of als een langer durend fenomeen (St. Elmusvuur, Noorderlicht).
Lees meer over elektrometeoren
 
Elephanta:
Lokale wind in India. Het is een heftige oostelijke wind aan de Malabarkust, zonder specifieke kenmerken. De wind gaat gepaard met regen en onweersbuien en treedt op in het najaar, als de natte zuidwesten moessonwinden in kracht afnemen. De lokale wind is genoemd naar het kleine eiland Elephanta, voor de kust van Bombay.
 
El Niño:
In het Spaans staat El Niño voor het Kerstkind. Het meteorologische verschijnsel El Niño is ernaar genoemd omdat de kersttijd bij uitstek de tijd is waarop het kan optreden. Bij een El Niño wordt de koude, zuidelike zeestroming langs de westkust van Zuid-Amerika zwakker. Het opwellen van koud water uit de diepte stopt, waardoor warm water van rond de evenaar kan doordringen tot de kusten van Peru en Colombia. Dit water, dat minder zuurstof en voedsel bevat, is de oorzaak van grote vissterfte en daardoor het wegvallen van een belangrijke inkomstenbron. Ook zorgt het warmere water voor veel vochtigere lucht die in Peru en Colombia zware slagregens kan veroorzaken waarbij vaak overstromingen optreden.
Krachtige El Niño-situaties hebben ook een uitwerking op het weer in de Verenigde Staten. De tegenhanger van El Niño is La Niña.
 
Elvegust:
Lokale wind in de fjorden van Noorwegen. Het is een koude oostelijke valwind, die vanuit de bergen in de fjordendalen valt. Deze wind wordt plaatselijk ook wel sno genoemd.
 
Embata:
Lokale wind op de Canarische eilanden zonder specifieke eigenschappen. Het is een vrij zwakke wind, die in tegenovergestelde richting aan de noordoostpassaat waait, aan de zuidelijke en zuidwestelijke stranden.
 
EMC: 
Deze waarde wordt gebruikt in de houtindustrie. De inhoud van de vochtigheid
in hout beïnvloedt zowel de grootte als sterkte van timmerhout. Als u EMC van het opslag of productiegebied (dat gebruikend temperatuur en vochtigheidsmetingen) wordt afgeleid kent, kunt u de vochtigheidsinhoud van het daar opgeslagen hout ook bepalen. In het kort gezegd de EMC meting wordt uitgedrukt in procenten tussen 0 en circa 22 %. Hoe lager de waarde is des te droger is het hout. Criteria voor de bouw:
 
6 – 12 % = luchtdroog hout  
13 – 19 % = kritieke houtvochtigheid  
20 - 30 % = verhoogde vochtigheid, oorzaakonderzoek noodzakelijk  
 
Het hout moet wel een bepaalde tijd blootgesteld zijn aan dezelfde weercondities.  Voor zacht hout zal deze tijd variëren tussen 24 en 73 uur voor hard hout aanzienlijk langer. 
 
EMC kan ook gebruikt worden in de fruitteelt, een zeer lage waarde gedurende een langere periode kan het fruit uitdrogen welke de kwaliteit van het fruit
zeker niet ten goede komt. 
 
 
EMS:
European Meteorological Society.
 
Emwatis:
Lokale wind in Griekenland. Het is een zeewind aan de Griekse kusten langs de Middellandse Zee.
 
Eumetsat:
Europese ruimtevaartorganisatie Eumetsat. Deze organisatie die deel uitmaakt van de ESA, is verantwoordelijk voor de exploitatie van de weersatellieten Meteosat, waarvan inmiddels de tweede generatie operationeel is (MSG-2). Zowel ESA als Eumetsat zijn gevestigd in Darmstadt
in Duitsland, waar zich het grondstation van de Meteosat is te vinden.
 
Endotherm proces:
Natuurkundig proces waarbij, om het proces te doen verlopen, warmte moet worden toegevoegd. Voorbeelden van endotherme processen zijn smelten en verdampen.
 
Enkhuizer almanak:
Traditiegetrouw komt de Enkhuizer met de weervoorspellingen. In de 16e eeuw waren het de prognosticaties van de Italiaan Dr. Giovanni Antonio Magino, Hoogleraar in de sterrenkunde te Bologna. Deze "hemelloopkundige voorzegger', voorspelde het weer op lange termijn aan de hand van de stand van de zon, maan en andere planeten op een bepaald tijdstip.
 
Vandaag zijn de weervoorspellingen in de Enkhuizer gebaseerd op de theorie van de zogenaamde omkeerdagen.
Het systeem voor het berekenen van de omkeerdagen, dat vele malen zijn juistheid heeft bewezen, werd in de jaren twintig ontwikkeld door de amateur meteoroloog Chr. A. C. Nell, te Voorschoten. Zijn methoden en aanwijzingen worden ook thans gehanteerd.
 
 
Het principe van de omkeerdagen (geldend voor landen met een zeeklimaat, liggende tussen de 52e en 54e breedtegraad): er bestaat op deze
delen van de aarde steeds terugkerend, grillig, en steeds wisselend patroon van het weerbeeld. Om de zoveel dagen, maanden, jaren (afhankelijk onder meer van de maanstanden, de zonnehoogten, de zonnekracht, de zonnevlekken en de gemiddelde temperaturen) moet men rekening
houden met veranderingen.
 
De redactie van de Enkhuizer Almanak is in het bezit van een verzameling weergegevens van elke dag van een aantal plaatsen in Nederland,
die meer dan 100 jaar terug gaat. Deze verzameling - uit de "erfenis" van de heer Nell - wordt dagelijks door een eigen corps waarnemers van
de Almanak bijgehouden.
 
Het betreft waarnemingen van temperatuur, windrichting en windkracht, aantal uren zonneschijn, aantal millimeters neerslag en verschijnselen
als minst, onweer en nachtvorst. Bij het opstellen van de prognose worden de maanden bij de omkeerdagen theorie verdeeld in decaden
(perioden van 10 dagen), in welke tijdvakken omslag van het weer te verwachten is. Er zal nog een lange reeks waarnemingen moeten worden geregistreerd en veel onderzoek moeten plaatsvinden om het juistheidspercentage van de weerprognose in de Enkhuizer (nu 70-80%) met
10% te verhogen. De theorie van de omkeerdagen is derhalve nog niet voltooid.
 
Ensemblevoorspellingen (EPS):
Weersverwachtingen worden tegenwoordig berekend door computers. Voor een tiendaagse verwachting zijn minstens een biljoen wiskundige berekeningen per dag nodig. Het KNMI maakt voornamelijk gebruik van de berekeningen van het European Center for Medium
Range Weatherforecast (ECMWF) in Reading.
 
Het ECMWF is in 1975 opgericht in een samenwerkingsverband van achttien Europese
landen waaronder Nederland. De weerkaarten, die volledig door de computer worden berekend bevatten een netwerk van roosterpunten waarvoor dagelijks alle berekeningen worden uitgevoerd. Voor het gebruik en de interpretatie van die gegevens is de ‘vlindertheorie’ van de Amerikaanse meteoroloog Lorenz van groot belang: het klapwieken
van een vlinder in Florida kan er bij wijze van spreken voor zorgen dat een depressie
ontstaat die twee dagen
 
grafiek maximum temperatuur met onzekerheidsmarges
Ensemble temperatuur verwachting (Bron: KNMI)
 
later in ons land voor regen en wind zorgt. Een kleine verstoring kan enorme gevolgen hebben voor het weer in de komende dagen en is dus van belang voor de weersverwachtingen.  Het ECMWF en het KNMI hebben een speciale methode ontwikkeld die zulke verstoringen incalculeert, de ‘ensemble-methode’. De computer produceert voor elk van de komende tien dagen tientallen weerkaartjes ter grootte van een flinke postzegel,
die de mogelijke weersituaties aangeven.
 
ENSO:
Afkorting van El Niño-Southern Oscillation. Zie El-Niño .
 
Entrainment:
Als zich eenmaal wolken gevormd hebben, dan zal aan de randen van de wolk enige uitwisseling met omgevingslucht plaatsvinden.
Deze uitwisseling noemen we entrainment. Het kan er toe leiden dat de wolk in een droge omgeving door entrainment als het ware uitgedroogd wordt en niet lang kan leven. Alleen heel grote wolken, bijvoorbeeld reusachtige cumulonimbi, kunnen door hun omvang aan de gevolgen van entrainment ontsnappen. De droge lucht is dan ook heel vaak onstabiel, waardoor enkele buienwolken enorm kunnen uitgroeien.
 
Envisat milieusatelliet:
In 2002 is de Europese milieusatelliet Envisat van ruimtevaartorganisatie ESA gelanceerd. Het is de grootste Europese satelliet die draait op 800 kilometer hoogte in een baan over de Noord- en Zuidpool. De Envisat heeft tien instrumenten aan boord, waaronder Sciamachy, waarmee de luchtkwaliteit wordt gemeten. De satelliet laat zien waar bepaalde broeikasgassen zitten en biedt mogelijkheden om de naleving van het Kyoto-protocol te controleren. Kyoto verplicht landen de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Daarnaast kan de Envisat olievlekken opsporen,
de vegetatie in kaart brengen, bosbranden volgen en ook vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en ijsbedekking waarnemen. Voor onderzoek van de ozonlaag is de satelliet uitgerust met het Sciamachy-instrument. Sciamachy wordt in 2004 aangevuld met het Ozone Monitoring Instrument (OMI), een samenwerkingsproject tussen Finland en Nederland. OMI krijgt een plek op een Amerikaanse satelliet.
 
Eolische anemometer:
Een windsnelheidsmeter die gebruik maakt van het principe van de eolische geluiden. Eolische tonen, die ontstaan doordat de lucht langs een
obstakel strijkt, zijn een functie van de windsnelheid. De eolische anemometer wordt in de moderne meteorologie niet meer gebruikt en is mede daardoor een collector's item geworden.
 
Eolische erosie:
Uitschurende werking van met fijn materiaal beladen wind. De erosie ten gevolge van de wind zelf is in dit proces vrij gering. Door eolische
erosie krijgen rotspartijen soms de meest fantastische uiterlijke vormen. Zo zijn ook de bekende 'paddestoelrotsen' op deze manier ontstaan.
Bij sterke wind kunnen in een gebied waar de bodem niet wordt vastgehouden door vegetatie of vocht, gemakkelijk zand en stofdeeltjes worden weggeblazen. Zo kan wanneer het gebied bedekt is met los materiaal zoals zand, het fijnere zand tussen het grovere worden uitgeblazen,
waardoor grote stofwolken ontstaan. Dit proces kan zo ver doorgaan, dat uiteindelijk aan het oppervlak alleen nog maar grotere stenen over
blijven (keienvloer). Bij geschikte meteorologische situaties kan het stof kilometers hoog worden meegenomen en duizenden kilometers verder
weer worden afgezet. Ook in onze omgeving is dat verschijnsel bekend. Bij een sterke zuidelijke stroming kan stof dat tijdens een stofstorm in
de Sahara-woestijn in Noord-Afrika omhoog wordt geblazen, helemaal tot in onze omgeving worden meegevoerd. Tijdens regenval komt dat
dan naar beneden en is dan met name op de auto's heel goed te zien.
 
Eolische geluiden:
De diverse windgeluiden, die vaak te horen zijn en worden veroorzaakt door wervelende luchtbewegingen tussen obstakels, zoals hoogspanningskabels, bossen en andere begroeiingen, gebouwen en zelfs de luchtdeeltjes zelf. Meestal zijn de geluiden ten gevolge van de luchtwervels erg onregelmatig. Maar er zijn gevallen bekend dat er zuivere muzikale tonen en regelmatige en langdurige, zoemende geluiden
worden geproduceerd. Deze laatste worden wel eolische tonen van Rayleigh genoemd.
 
Equatoriaal minimum:
Als gevolg van de aardrotatie komen er per hafrond 3 luchtcirculatie-cellen voor. Aan de evenaar is er altijd een lage luchtdruk als gevolg de opstijgende warme lucht. Dit continue lagedrukgebied wordt ook wel equatoriaal minimum genoemd. Zie voor de schematische weergave het
polair maximum.
 
Equatoriale lucht:
Lucht afkomstig uit de gebieden rond de evenaar. Equatoriale lucht kan onze omgeving niet bereiken omdat ze eenvoudig niet in staat is zo ver noordelijk door te dringen.
 
Equinox:

De baan van de zon (ecliptica) kruist de evenaar onder een hoek van 23,5 graden. Dit snijpunt dat twee keer per jaar voorkomt wordt equinox genoemd. Onderscheid wordt gemaakt tussen de lente equinox of lentepunt (20/21 maart) en de herfst equinox of herfstpunt (22/23 september). Dag en nacht duren op die dag overal op aarde even lang. Strikt genomen geldt dat alleen als de zon aan de hemel een punt zou zijn. In feite is het een bol/schijf van een halve booggraad. Rond 21 maart komt de zon op de noordpool maar voor een deel eventjes boven de horizon. Net als op gematigde breedten en rond de evenaar is de periode dat het middelpunt van de zon boven de horizon is en de periode dat het middelpunt onder
de horizon is ongeveer gelijk: 12 uur.
 
ERS satelliet: 
De Europese Remote Sensing Satellieten ERS van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA worden vooral voor onderzoek van weer, klimaat en milieu gebruikt. De eerste is in 1991 gelanceerd, waarna de tweede vier jaar later volgde. De Europese Aardobservatiesatelliet ERS-2 is uitgerust met het ozoninstrument GOME (Global Ozone
Monitoring Experiment), waarmee dikte van de ozonlaag met grote nauwkeurigheid wordt gemeten. Beide satellieten zijn uitgerust met radarsystemen die ook 's nachts en door de wolken heen opnamen kunnen maken van land en zee. Zo kunnen wind, zeehoogten, zeestromingen, golfpatronen, ijsvelden en ijskappen zichtbaar worden gemaakt en
wordt ook de zeewatertemperatuur gemeten.  
 
In 2002 is zijn reusachtige opvolger, de Europese milieusatelliet Envisat gelanceerd. De Envisat heeft tien
instrumenten aan boord, waaronder Sciamachy, waarmee de luchtkwaliteit wordt gemeten. De satelliet brengt nauwkeurig in kaart waar bepaalde broeikasgassen zitten. Dat is nodig voor controle op de naleving van het Kyoto-protocol dat landen ertoe verplicht de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Sciamachy wordt in 2004
aangevuld met het Ozone Monitoring Instrument (OMI), een samenwerkingsproject tussen Finland en Nederland.
OMI krijgt een plek op een Amerikaanse satelliet.  
 
 
Etesiën: 
Ook wel etesische wind genoemd. Zijn regelmatig voorkomende N tot NW'lijke winden in het oostelijk gedeelte van het Middellandse zeebekken, vooral tussen de maanden mei en oktober. Ze zijn droog en koel en vooral gedurende de vroege namiddag vrij stormachtig. Hun oorsprong ligt
in de opbouw van hogedrukgebieden boven Voor-Azië. Deze winden werden reeds door Aristoteles bestudeerd. 
 
Euroclyden: 
Het zijn stormachtige noordoostelijke winden in de Levant. 
 
Euronotos: 
Een zuidoostelijke wind in Griekenland. 
 
Europees Centrum ECMWF:
Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) gevestigd in Reading bij Londen. Een onafhankelijke Europese organisatie, opgericht in 1975, waarin achttien Europese landen, waaronder Nederland (KNMI) participeren. Doelstellingen zijn ontwikkeling van computermodellen om het gedrag van de atmosfeer na te bootsen en verwachtingen te maken, verzamelen en opslaan van meteorologische gegevens, beschikbaar stellen computerfaciliteiten aan de lidstaten en het geven van onderwijs aan onderzoekers en meteorologen.
De supercomputer van het ECMWF is één van de krachtigste van de wereld. De kwaliteit van de verwachtingen (European Prediction System EPS)
is sterk verbeterd en de prognoses tot twee dagen vooruit halen tegenwoordig een betrouwbaarheid van 95%. Op een termijn van vier dagen ligt
de score iets onder 90% en de vijfdaagse verwachting is in 80% van de gevallen bruikbaar. Het ECMWF maakt ook El Nino- en seizoensverwachtingen.
 
Europese moeson:
Verschijnsel dat enigszins met de moessoncirculatie te vergelijken is. De Europese moesson valt in de tweede helft van juni in, nadat het Europese vastenland gedurende een periode met mooi zomerweer sterk is verhit. Er ontstaat op die manier een thermisch lagedrukgebied. Het kenmerkt
zich vooral door het frequent optreden van winden uit richtingen tussen west en noord.
 
Evenaar: 
Ook equator of evenachtslijn genoemd. De evenaar is met een lengte van ongeveer 40.000 kilometer de grootste cirkel, die de aarde verdeelt in een noordelijk en
zuidelijk halfrond. In dit gebied, waar de zon hoog aan de hemel staat en de opwarming maximaal is, zijn de opwaarste luchtstromingen het sterkst. De winden richting evenaar zijn bijzonder standvastig en waaien op het noordelijk halfrond uit
het noordoosten en op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten, respectievelijk de noordoost- en zuidoostpassaat. Daar waar de noordoost- en zuidoostpassaatwinden samenkomen ligt de Inter Tropische Convergentie Zone (ITCZ), ook wel thermische equator genoemd. Deze zone, een vaak bewolkte band, loopt in de loop van het jaar mee met de hoogste stand van de zon. Het KNMI verricht in Paramaribo (Suriname) onderzoek met een ozonmeetstation, waarvan de ligging interessant is voor een studie van de ITCZ.
 
 
Deze zone trekt twee keer per jaar over Suriname, waardoor het station een deel van het jaar te maken heeft met zuidoostelijke passaatwinden.
In deze lange periode met lucht uit het zuidelijk halfrond is droog. Daarna passeert de ITCZ het weerstation met regen (natte seizoen), gevolgd
door de noordoostelijke passaatwinden. De lucht vanuit het noordelijk halfrond zorgt voor een kort droog seizoen. Op dezelfde locatie kan dus de samenstelling van lucht uit beide halfronden bestudeerd worden, wat onder meer informatie biedt over het transport van luchtverontreiniging en
ozon in de atmosfeer en de uitwisseling daarvan tussen de beide halfronden.
 
Evaporatie: 
In de klimatologie is evaporatie de verdamping van water aan of boven het aardoppervlak. Water in de vloeibare fase gaat daarbij over naar de gasvormige fase (waterdamp in de atmosfeer). 
 
Evaporometer: 
Dit toestel is een wetenschappelijk instrument dat wordt gebruikt om de snelheid van waterverdamping van een nat oppervlak naar de atmosfeer
te meten. Lees meer over verdampingsmeters
 
Evapotranspiratie: 
De totale verdamping van een begroeid oppervlak of de som van de evaporatie uit de bodem en de "transpiratie" van de flora. 
 
Exogeen: 
Een exogeen proces is een proces dat van buiten uit ontstaat of geïnitieerd wordt zoals bijvoorbeeld de verwarming van de aarde door de zon. 
Exosfeer: 
De buitenste laag van onze atmosfeer die zich uitstrekt van zo'n 500 tot 1000km hoogte.  
 
Exotherm proces: 
Natuurkundig proces waarbij tijdens het proces warmte vrijkomt. Voorbeelden van exotherme processen zijn condenseren, sublimeren
en bevriezen. 
 
Extinctie: 
Mate van uitdoving van de lichtstralen door de atmosfeer. De extinctie is een maat voor het zicht. In feite het tegenovergestelde van de doorlatendheid. 
 
Extrapolatie: 
In de meteorologie: aan de hand van waarnemingen, op een weerkaart de verwachte route uittekenen van een willekeurig weersysteem,
zoals een hogedrukgebied, een lagedrukgebied, een frontaal systeem of een regengebied. 
 
Extremen: 
Uiterste waarden van bijvoorbeeld temperatuur, neerslag en wind. Het klimaat wordt beschreven door middel van gemiddelden en uitersten,
de extremen dus. Extremen zijn er altijd geweest en verspreid over de hele aarde is altijd wel ergens een extreem te vinden. Extremen krijgen
vooral de laatste jaren echter meer aandacht in de media waardoor een vertekend beeld kan ontstaan van de klimaatverandering. Maar ook het klimaat zonder verstrekt broeikaseffect kent extremen die gemiddeld slechts één keer per eeuw of nog minder vaak voorkomen. De nieuwswaarde van extreem weer neemt echter toe omdat de maatschappij kwetsbaarder wordt en weerextremen steeds vaker tot rampen of grote schade leiden. Veel extreme gebeurtenissen zijn (nog) te zeldzaam om direct met het broeikaseffect in verband te worden gebracht. Uit onderzoek blijkt echter
wel een toename van bepaalde extremen, onder meer in het klimaat van Europa. Computerberekeningen laten zien dat het klimaat in de 21e eeuw extremer wordt. Extreem koude winters zoals die van 1963 worden echter zeldzamer, hittegolven komen vaker voor. 
 








 
      Bron: Wikipedia-nl Wikipedia-en Wikipedia-fr  
 
    Categorieën: Meteorologische Encyclopedie  I  Meteorologie  I  Weer A tot Z
 
 
Web Design