|
Meteorologische encyclopedie - hoofdstuk E |
|
Easton: |
Cornelis Easton overleed in 1929, een jaar
na het uitkomen van zijn bekendste werk Les
hivers dans l’Europe occidentale (Leiden,
1928).
Easton was journalist en publicist, maar
daarnaast ook amateur- astronoom en –
meteoroloog. In Hemel en Dampkring
(voorloper van het huidige Zenit) zijn in de
jaargangen 1900- 1925 diverse bijdragen van
hem te vinden. Wat heeft Easton met 2006 te
maken, zoals de titel van dit stuk
suggereert? Het jaar 2006 is 89 jaar na
1917, maar ook dat lost het probleem niet
onmiddellijk op. Wel is het zo dat in 1917
een publicatie van Easton verscheen, onder
de titel ‘Klimaatschommeling en
weersvoorspelling’. |
|
Eb: |
Laagste waterstand binnen de schommelingen
door de astronomische getijden. Door de
aantrekkingskracht van zon en maan gaat het
zeewater regelmatig heen en weer. Met eb
wordt meestal niet alleen de laagste
waterstand bedoeld maar de hele periode
tussen hoog- en laagwater
wanneer het water
zakt. |
|
Eclips: |
Verduistering die kan ontstaan doordat een
hemellichaam dat zelf geen of weinig licht
uitstraalt, in de schaduw treedt van een
ander lichaam zoals bij
een maans-verduistering of doordat een helder
lichaam wordt bedekt door
een donker lichaam zoals bij een zonsverduistering. |
|
Een totale zonsverduistering ontstaat waar
de schaduwkegel van de Maan op het
aardoppervlak valt. Zon, Maan en Aarde staan
dan in die volgorde precies op een lijn.
Een grote zonsverduistering, waarbij de zon vrijwel of geheel verduisterd wordt was in ons land het laatst op 11 augustus 1999 te zien en pas in 2081 is hier weer zo'n grote zonsverduistering zichtbaar. Gedeeltelijke zonsverduisteringen komen vaker voor (in ons land 42 in de vorige eeuw).
Vroeger dacht men dat zonsverduisteringen van invloed waren op het |
|
|
|
Zonsverduistering Bron:
Ketnet.be |
|
|
weer in de toekomst, maar tegenwoordig weten we dat een verduistering van zon of maan geen invloed heeft op het weer op lange termijn.
Tijdens een totale zonsverduistering vindt door het wegvallen van de invallende zonnestraling wel een lichte daling van temperatuur plaats, wat invloed heeft
op de luchtdruk waardoor de
wind iets toeneemt, de eclipswind genaamd. |
|
Ecliptica: |
De ecliptica of schijnbare zonneweg is de schijnbare jaarlijkse baan van de zon ten opzichte van de sterren aan de hemelbol. Het vlak van de
ecliptica bevat dus zowel het middelpunt van de zon als dat van de aarde. Van de zon uit gezien is de ecliptica de jaarlijkse baan van de aarde
om de zon. |
|
Eclipsjaar: |
Twee volledige cycli van eclipsseizoenen
(samen 346,6 dagen). |
|
Eclipspad: |
Strook van vaak meer dan 10.000 km lengte
over de aarde waar de zonsverduistering
totaal is. |
|
Ecomet: |
Europese organisatie van nationale
weerdiensten, waaronder het Nederlandse
KNMI. Ecomet heeft onderling afspraken
gemaakt over de
hoeveelheid en de prijzen van te leveren
meteorologische gegevens aan commerciële
weerbedrijven, zoals Meteo Consult te
Wageningen.
In Amerika wordt hier heel anders tegenaan
gekeken. Het verzamelen en verwerken van de
meteorologische gegevens in de nationale
weerdiensten zijn reeds door de
belastingbetaler betaald en dus verder vrij
voor een ieder beschikbaar. Ecomet is
gevestigd in Brussel. |
|
Eem-interglaciaal: |
Warme periode tussen Saalien en Weichselien. |
|
Eeuwige sneeuw: |
Sneeuw die ligt op plaatsen waar steeds weer nieuwe sneeuw valt voordat de oude laag door smelten of lawinewerking is verdwenen. Hoewel de hoeveelheid sneeuw gelijk blijft, is de op de plaats aanwezige sneeuw niet steeds dezelfde: er vindt een verversing plaats. Naarmate het klimaat warmer is, ligt de ondergrens van de eeuwige sneeuw hoger. In de poolstreken ligt zij ongeveer op zeeniveau, in de Alpen op ca. 2600 m en bij de evenaar op ruim 5000 m. In gebieden met eeuwige sneeuw kunnen ijsmassa's ontstaan die langzaam langs hellingen omlaag glijden(gletsjers). |
|
E-klimaat: |
Het poolklimaat is het E-klimaat in de klimaatclassificatie van Köppen. In gebieden met het poolklimaat groeien alleen maar mossen. Dit komt omdat de wintertemperatuur er erg laag is.
's Winters komt de zon helemaal niet op rond de polen. Het is er dag en nacht donker en kan
op sommige plaatsen wel 60 graden vriezen. In de zomer blijft de zon dag en nacht schijnen.
Maar omdat het 's winters zo koud is en de zomer maar kort duurt ontdooit alleen de bovenste laag van de aarde, de rest blijft bevroren. Hierdoor kunnen er nauwelijks planten groeien,
en tref je er voornamelijk mossen aan. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt tussen de 0 en de 10 graden. Lees mees over E-klimaten |
|
ET = Toendraklimaat: In de zomer komt de temperatuur tussen de 0°C en 10°C |
EH = Hooggebergteklimaat: Hele jaar kouder dan 0°C, Op de toppen van gebergten |
EF = Poolklimaat: Hele jaar kouder dan 0°C, Ver van de evenaar gelegen |
|
|
|
Gebieden met een poolklimaat (E) |
|
|
Ekman-spiraal: |
De Ekman-spiraal beschrijft de
windverandering in de grenslaag. De
grenslaag is een laag die ongeveer 1000
meter dik is en direct op de aarde ligt.
De Ekman-spiraal verklaart waarom de wind
dichter bij het oppervlak van de aarde
gekrompen is (op het noordelijk halfrond!)
en in kracht afgenomenten opzichte van de
bovenkant van de grenslaag. De oorzaak ligt
in de wrijving dicht bij het aardoppervlak
en de draaiing van de lucht veroorzaakt door
de corioliskracht. Aan de top van de
grenslaag waait de wind evenwijdig aan de
isobaren; we noemen dit de geostrofische
wind. Äkerblom beschreef in 1908 hoe de
afwijking tussen de werkelijke wind en de
geostrofische wind met toenemende hoogte
exponentieel afneemt.
Hij gebruikte daarvoor de theorie die door Ekman in 1902 was ontwikkeld. |
|
Elektrische thermometer: |
Instrument waarmee de heersende temperatuur
wordt gemeten met behulp van elektrische
elementen. Met deze thermometer kan de
temperatuur ook op grote afstand worden
bepaald. Voorbeelden van elektrische
thermometers zijn de elektrische
weerstandsthermometer
en het thermokoppel. |
|
Elektrische weerstandsthermometer: |
Elektrische thermometer waarbij gebruik
wordt gemaakt van de elektrische weerstand
van metalen. Bij toenemende temperatuur
neemt de
weerstand namelijk af. De gemeten weerstand
is op die manier een indicatie voor de
heersende temperatuur. De meest geschikte
metalen voor gebruik in elektrische
weerstandsthermometers zijn platina en
nikkel. Deze metalen hebben een relatief
grote weerstandsverandering bij het
verlopen
van de temperatuur en de verhouding van die
weerstandsverandering ten opzichte van de
temperatuurverandering is bovendien
redelijk
lineair. |
|
Elektrometeoor: |
Eektrometeorenl zijn meteoren, d.w.z. lichtverschijnselen die op het gebied van meteorologie worden waargenomen in de atmosfeer aan het aardoppervlak of in de lucht. Dit zijn deeltjes, hoorbaar of zichtbaar, die op één of andere wijze het gevolg zijn van een vorm van atmosferische elektriciteit. Ze kunnen zich manifesteren op een onregelmatige manier in de vorm van een aantal elektrische ontladingen (bliksem, donder of te
wel onweer ) of als een langer durend fenomeen (St. Elmusvuur, Noorderlicht).
Lees meer over elektrometeoren |
|
Elephanta: |
Lokale wind in India. Het is een heftige
oostelijke wind aan de Malabarkust, zonder
specifieke kenmerken. De wind gaat gepaard
met regen en onweersbuien en treedt op in
het najaar,
als de natte zuidwesten
moessonwinden in kracht afnemen. De lokale
wind is genoemd naar het kleine eiland Elephanta, voor de kust van Bombay. |
|
El Niño: |
In het Spaans staat El Niño voor het
Kerstkind. Het meteorologische verschijnsel
El Niño is ernaar genoemd omdat de kersttijd
bij uitstek de tijd is waarop het kan
optreden.
Bij een El Niño wordt de koude,
zuidelike zeestroming langs de westkust van
Zuid-Amerika zwakker. Het opwellen van koud
water uit de diepte stopt, waardoor warm
water van rond de evenaar kan doordringen
tot de kusten van Peru en Colombia. Dit
water, dat minder zuurstof en voedsel bevat,
is de oorzaak van grote vissterfte en
daardoor het wegvallen van een belangrijke
inkomstenbron. Ook zorgt het warmere water
voor veel vochtigere lucht die in Peru en
Colombia zware slagregens kan veroorzaken
waarbij vaak overstromingen optreden.
Krachtige El Niño-situaties hebben ook een
uitwerking op het weer in de Verenigde
Staten. De tegenhanger van El Niño is La
Niña. |
|
Elvegust: |
Lokale wind in de fjorden van Noorwegen. Het
is een koude oostelijke valwind, die vanuit
de bergen in de fjordendalen valt. Deze wind
wordt
plaatselijk ook wel sno genoemd. |
|
Embata: |
Lokale wind op de Canarische eilanden zonder
specifieke eigenschappen. Het is een vrij
zwakke wind, die in tegenovergestelde
richting aan de noordoostpassaat waait, aan
de zuidelijke en zuidwestelijke stranden. |
|
EMC: |
Deze waarde wordt gebruikt in de
houtindustrie. De inhoud van de vochtigheid
in hout beïnvloedt zowel de grootte als
sterkte van timmerhout.
Als u EMC van het opslag of productiegebied
(dat gebruikend temperatuur en
vochtigheidsmetingen) wordt afgeleid kent,
kunt u de vochtigheidsinhoud van het daar
opgeslagen hout ook bepalen. In het kort
gezegd de EMC meting wordt uitgedrukt in
procenten tussen
0 en circa 22 %. Hoe lager de waarde is des
te droger is het hout. Criteria voor de bouw: |
|
6 – 12 % = luchtdroog hout |
13 – 19 % = kritieke houtvochtigheid |
20 - 30 % = verhoogde vochtigheid, oorzaakonderzoek noodzakelijk |
|
Het hout moet wel een bepaalde tijd
blootgesteld zijn aan dezelfde
weercondities.
Voor zacht hout zal deze tijd variëren
tussen 24 en 73 uur voor hard hout
aanzienlijk langer. |
|
EMC kan ook gebruikt worden in de
fruitteelt, een zeer lage waarde gedurende
een langere periode kan het fruit uitdrogen
welke de kwaliteit van het fruit
zeker niet
ten goede komt. |
|
|
|
|
EMS: |
European Meteorological Society. |
|
Emwatis: |
Lokale wind in Griekenland. Het is een
zeewind aan de Griekse kusten langs de
Middellandse Zee. |
|
Eumetsat: |
Europese ruimtevaartorganisatie Eumetsat.
Deze organisatie die deel uitmaakt van de
ESA, is verantwoordelijk voor de exploitatie
van de weersatellieten Meteosat, waarvan
inmiddels de tweede generatie operationeel
is (MSG-2). Zowel ESA als Eumetsat zijn
gevestigd in Darmstadt
in Duitsland, waar
zich het grondstation van de Meteosat is te
vinden. |
|
Endotherm proces: |
Natuurkundig proces waarbij, om het proces te doen verlopen, warmte moet worden toegevoegd. Voorbeelden van endotherme processen zijn smelten en verdampen. |
|
Enkhuizer almanak: |
Traditiegetrouw komt de Enkhuizer met de weervoorspellingen. In de 16e eeuw waren het de prognosticaties van de Italiaan Dr. Giovanni Antonio Magino, Hoogleraar in de sterrenkunde te Bologna. Deze "hemelloopkundige voorzegger', voorspelde het weer op lange termijn aan de hand van de stand van de zon, maan en andere planeten op een bepaald tijdstip. |
|
Vandaag zijn de weervoorspellingen in de Enkhuizer gebaseerd op de theorie van de zogenaamde omkeerdagen.
Het systeem voor het berekenen van de omkeerdagen, dat vele malen zijn juistheid heeft bewezen, werd in de jaren twintig ontwikkeld door de amateur meteoroloog Chr. A. C. Nell, te Voorschoten. Zijn methoden en aanwijzingen worden ook thans gehanteerd. |
|
|
|
|
Het principe van de omkeerdagen (geldend voor landen met een zeeklimaat, liggende tussen de 52e en 54e breedtegraad): er bestaat op deze
delen van de aarde steeds terugkerend, grillig, en steeds wisselend patroon van het weerbeeld. Om de zoveel dagen, maanden, jaren (afhankelijk onder meer van de maanstanden, de zonnehoogten, de zonnekracht, de zonnevlekken en de gemiddelde temperaturen) moet men rekening
houden met veranderingen. |
|
De redactie van de Enkhuizer Almanak is in het bezit van een verzameling weergegevens van elke dag van een aantal plaatsen in Nederland,
die meer dan 100 jaar terug gaat. Deze verzameling - uit de "erfenis" van de heer Nell - wordt dagelijks door een eigen corps waarnemers van
de Almanak bijgehouden. |
|
Het betreft waarnemingen van temperatuur, windrichting en windkracht, aantal uren zonneschijn, aantal millimeters neerslag en verschijnselen
als minst, onweer en nachtvorst. Bij het opstellen van de prognose worden de maanden bij de omkeerdagen theorie verdeeld in decaden
(perioden van 10 dagen), in welke tijdvakken omslag van het weer te verwachten is. Er zal nog een lange reeks waarnemingen moeten worden geregistreerd en veel onderzoek moeten plaatsvinden om het juistheidspercentage van de weerprognose in de Enkhuizer (nu 70-80%) met
10% te verhogen. De theorie van de omkeerdagen is derhalve nog niet voltooid. |
|
Ensemblevoorspellingen (EPS): |
Weersverwachtingen worden tegenwoordig
berekend door computers. Voor een tiendaagse
verwachting zijn minstens een biljoen
wiskundige berekeningen per dag nodig. Het
KNMI maakt voornamelijk gebruik van de
berekeningen van het European Center for
Medium
Range Weatherforecast (ECMWF) in
Reading. |
|
Het ECMWF is in 1975 opgericht in een
samenwerkingsverband van achttien Europese
landen waaronder Nederland. De weerkaarten,
die volledig door de computer worden
berekend bevatten een netwerk van
roosterpunten waarvoor dagelijks alle
berekeningen worden uitgevoerd. Voor het
gebruik en de interpretatie van die gegevens
is de ‘vlindertheorie’ van de Amerikaanse
meteoroloog Lorenz van groot belang: het
klapwieken
van een vlinder in Florida kan er
bij wijze van spreken voor zorgen dat een
depressie
ontstaat die twee dagen |
|
|
|
Ensemble temperatuur verwachting (Bron:
KNMI) |
|
|
later
in ons land voor regen en wind zorgt. Een
kleine verstoring kan enorme gevolgen hebben
voor het weer in
de komende dagen en is dus
van belang voor de weersverwachtingen. Het
ECMWF en het KNMI hebben een speciale
methode ontwikkeld die zulke verstoringen
incalculeert,
de ‘ensemble-methode’.
De computer
produceert voor elk van de komende tien
dagen tientallen weerkaartjes ter grootte
van een flinke postzegel,
die de mogelijke
weersituaties aangeven. |
|
ENSO: |
Afkorting van El Niño-Southern Oscillation.
Zie El-Niño . |
|
Entrainment: |
Als zich eenmaal wolken gevormd hebben, dan
zal aan de randen van de wolk enige
uitwisseling met omgevingslucht
plaatsvinden.
Deze uitwisseling noemen we entrainment.
Het
kan er toe leiden dat de wolk in een droge
omgeving door entrainment als het ware
uitgedroogd
wordt en niet lang kan leven. Alleen heel
grote wolken, bijvoorbeeld reusachtige
cumulonimbi, kunnen door hun omvang aan de
gevolgen van entrainment ontsnappen. De
droge lucht is dan ook heel vaak onstabiel,
waardoor enkele buienwolken enorm kunnen
uitgroeien. |
|
Envisat milieusatelliet: |
In 2002 is de Europese milieusatelliet
Envisat van ruimtevaartorganisatie ESA
gelanceerd. Het is de grootste Europese
satelliet die draait op
800 kilometer hoogte in een baan over de
Noord- en Zuidpool. De Envisat heeft tien
instrumenten aan boord, waaronder Sciamachy,
waarmee de luchtkwaliteit wordt gemeten. De
satelliet laat zien waar bepaalde
broeikasgassen zitten en biedt mogelijkheden
om de naleving van het Kyoto-protocol te
controleren. Kyoto verplicht landen de
uitstoot van broeikasgassen terug te
dringen. Daarnaast kan de Envisat
olievlekken opsporen,
de vegetatie in kaart
brengen, bosbranden volgen en ook
vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en
ijsbedekking waarnemen. Voor onderzoek van
de ozonlaag is de satelliet uitgerust met
het Sciamachy-instrument. Sciamachy wordt in
2004 aangevuld met het Ozone Monitoring
Instrument (OMI), een samenwerkingsproject
tussen Finland en Nederland. OMI krijgt een
plek op een Amerikaanse satelliet. |
|
Eolische anemometer: |
Een windsnelheidsmeter die gebruik maakt van
het principe van de eolische geluiden.
Eolische tonen, die ontstaan doordat de
lucht langs een
obstakel strijkt, zijn een
functie van de windsnelheid. De eolische
anemometer wordt in de moderne meteorologie
niet meer gebruikt en is mede daardoor een collector's item geworden. |
|
Eolische erosie: |
Uitschurende werking van met fijn materiaal
beladen wind. De erosie ten gevolge van de
wind zelf is in dit proces vrij gering. Door
eolische
erosie krijgen rotspartijen soms de
meest fantastische uiterlijke vormen. Zo
zijn ook de bekende 'paddestoelrotsen' op
deze manier ontstaan.
Bij sterke
wind kunnen in een gebied waar de bodem niet
wordt vastgehouden door vegetatie of vocht,
gemakkelijk zand en stofdeeltjes worden
weggeblazen. Zo kan wanneer het gebied
bedekt is met los materiaal zoals zand, het
fijnere zand tussen het grovere worden
uitgeblazen,
waardoor grote stofwolken
ontstaan. Dit proces kan zo ver doorgaan,
dat uiteindelijk aan het oppervlak alleen
nog maar grotere stenen over
blijven
(keienvloer).
Bij geschikte meteorologische situaties kan
het
stof kilometers hoog worden meegenomen
en duizenden kilometers verder
weer worden
afgezet.
Ook in onze omgeving is dat verschijnsel
bekend. Bij een sterke zuidelijke stroming
kan stof dat tijdens een stofstorm in
de Sahara-woestijn in Noord-Afrika omhoog wordt
geblazen, helemaal tot in onze omgeving
worden meegevoerd. Tijdens regenval komt dat
dan naar beneden en is dan
met name op de auto's heel goed te zien. |
|
Eolische geluiden: |
De diverse windgeluiden, die vaak te horen
zijn en worden veroorzaakt door wervelende
luchtbewegingen tussen obstakels, zoals
hoogspanningskabels, bossen en andere
begroeiingen,
gebouwen en zelfs de
luchtdeeltjes zelf. Meestal zijn de geluiden
ten gevolge van de luchtwervels erg
onregelmatig. Maar er zijn gevallen bekend
dat er zuivere muzikale tonen en regelmatige
en langdurige, zoemende geluiden
worden
geproduceerd. Deze laatste worden wel
eolische tonen van Rayleigh genoemd. |
|
Equatoriaal minimum: |
Als gevolg van de aardrotatie komen er per
hafrond 3 luchtcirculatie-cellen voor. Aan
de evenaar is er altijd een lage luchtdruk
als gevolg de opstijgende warme lucht. Dit
continue lagedrukgebied wordt ook wel
equatoriaal minimum genoemd. Zie voor de
schematische weergave het
polair maximum. |
|
Equatoriale lucht: |
Lucht afkomstig uit de gebieden rond de
evenaar. Equatoriale lucht kan onze omgeving
niet bereiken omdat ze eenvoudig niet in
staat is zo ver noordelijk door te dringen. |
|
Equinox: |
De baan van de zon (ecliptica) kruist de
evenaar onder een hoek van 23,5 graden. Dit
snijpunt dat twee keer per jaar voorkomt
wordt equinox genoemd. Onderscheid wordt
gemaakt tussen de lente equinox of lentepunt
(20/21 maart) en de herfst equinox of
herfstpunt (22/23 september).
Dag en nacht duren op die dag overal op
aarde even lang. Strikt genomen geldt dat
alleen als de zon aan de hemel een punt zou
zijn. In feite is het een bol/schijf van een
halve booggraad. Rond 21 maart komt de zon
op de noordpool maar voor een deel eventjes
boven de horizon. Net als op gematigde
breedten en rond de evenaar is de periode
dat het middelpunt van de zon boven de
horizon is en de periode dat het middelpunt
onder
de horizon is ongeveer gelijk: 12 uur. |
|
ERS satelliet: |
De Europese Remote Sensing Satellieten ERS
van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA
worden vooral voor onderzoek van weer,
klimaat en milieu gebruikt. De eerste is in
1991 gelanceerd, waarna de tweede vier jaar
later volgde. De Europese
Aardobservatiesatelliet ERS-2 is uitgerust
met het ozoninstrument GOME (Global Ozone
Monitoring Experiment), waarmee dikte van de
ozonlaag met grote nauwkeurigheid wordt
gemeten. Beide satellieten zijn uitgerust
met radarsystemen die ook 's nachts en door
de wolken heen opnamen kunnen maken van land
en zee. Zo kunnen wind, zeehoogten,
zeestromingen, golfpatronen,
ijsvelden en ijskappen zichtbaar worden
gemaakt en
wordt ook de zeewatertemperatuur
gemeten. |
|
In 2002 is zijn reusachtige opvolger, de
Europese milieusatelliet Envisat gelanceerd.
De Envisat heeft tien
instrumenten aan
boord, waaronder Sciamachy, waarmee de
luchtkwaliteit wordt gemeten. De satelliet
brengt nauwkeurig in kaart waar bepaalde
broeikasgassen zitten. Dat is nodig voor
controle op de naleving van het
Kyoto-protocol dat landen ertoe verplicht de
uitstoot van broeikasgassen terug te
dringen. Sciamachy wordt in 2004
aangevuld
met het Ozone Monitoring Instrument (OMI),
een samenwerkingsproject tussen Finland en
Nederland.
OMI krijgt een plek op een
Amerikaanse satelliet. |
|
|
|
|
Etesiën: |
Ook wel etesische wind genoemd. Zijn
regelmatig voorkomende N tot NW'lijke winden
in het oostelijk gedeelte van het
Middellandse zeebekken, vooral tussen de
maanden mei en oktober. Ze
zijn droog en koel en vooral gedurende de
vroege namiddag vrij stormachtig. Hun
oorsprong ligt
in de opbouw van
hogedrukgebieden boven Voor-Azië. Deze winden werden reeds door
Aristoteles bestudeerd. |
|
Euroclyden: |
Het zijn stormachtige noordoostelijke winden
in de Levant. |
|
Euronotos: |
Een zuidoostelijke wind in Griekenland. |
|
Europees Centrum ECMWF: |
Europees Centrum voor Weersverwachtingen op
Middellange Termijn (ECMWF) gevestigd in
Reading bij Londen. Een onafhankelijke
Europese organisatie, opgericht in 1975,
waarin achttien Europese landen, waaronder
Nederland (KNMI) participeren.
Doelstellingen zijn ontwikkeling van
computermodellen om het gedrag van de
atmosfeer na te bootsen en verwachtingen te
maken, verzamelen en opslaan van
meteorologische gegevens, beschikbaar
stellen computerfaciliteiten aan de
lidstaten en het geven van onderwijs aan
onderzoekers
en meteorologen.
De
supercomputer van het ECMWF is één van de
krachtigste van de wereld. De kwaliteit van
de verwachtingen (European Prediction System
EPS)
is sterk verbeterd en de prognoses tot twee
dagen vooruit halen tegenwoordig een
betrouwbaarheid van 95%. Op een termijn van
vier dagen ligt
de score iets onder 90% en
de vijfdaagse verwachting is in 80% van de
gevallen bruikbaar.
Het ECMWF maakt ook El Nino- en seizoensverwachtingen. |
|
Europese moeson: |
Verschijnsel dat enigszins met de
moessoncirculatie te vergelijken is. De
Europese moesson valt in de tweede helft van
juni in, nadat het Europese vastenland
gedurende een periode
met mooi zomerweer
sterk is verhit. Er ontstaat op die manier
een thermisch lagedrukgebied. Het kenmerkt
zich vooral door het frequent optreden van
winden uit richtingen tussen west
en noord.
|
|
Evenaar: |
Ook equator of evenachtslijn genoemd. De
evenaar is met een lengte van ongeveer
40.000 kilometer de grootste cirkel, die de
aarde verdeelt in een noordelijk en
zuidelijk halfrond.
In dit gebied, waar de zon hoog aan de hemel
staat en de opwarming maximaal is, zijn de opwaarste luchtstromingen het sterkst. De
winden richting evenaar zijn bijzonder
standvastig en waaien op het noordelijk
halfrond uit
het noordoosten en op het
zuidelijk halfrond uit het zuidoosten,
respectievelijk de noordoost- en zuidoostpassaat. Daar waar de noordoost- en zuidoostpassaatwinden samenkomen ligt de
Inter Tropische Convergentie Zone (ITCZ), ook wel thermische equator genoemd. Deze zone, een vaak bewolkte band, loopt in de loop van het jaar mee met de hoogste stand van de zon. Het KNMI verricht in Paramaribo (Suriname) onderzoek met een ozonmeetstation, waarvan de ligging interessant is voor een studie van de ITCZ. |
|
|
|
|
Deze zone trekt twee keer per jaar over Suriname, waardoor het station een deel van het jaar te maken heeft met zuidoostelijke passaatwinden.
In deze lange periode met lucht uit het zuidelijk halfrond is droog. Daarna passeert de ITCZ het weerstation met regen (natte seizoen), gevolgd
door de noordoostelijke passaatwinden.
De lucht vanuit het noordelijk halfrond
zorgt voor een kort droog seizoen. Op
dezelfde locatie kan dus de samenstelling
van lucht uit beide halfronden bestudeerd
worden, wat onder meer informatie biedt over
het transport van luchtverontreiniging en
ozon in de atmosfeer en de uitwisseling
daarvan tussen de beide halfronden. |
|
Evaporatie: |
In de klimatologie is evaporatie de verdamping van water aan of boven het aardoppervlak. Water in de vloeibare fase gaat daarbij over naar de gasvormige fase (waterdamp in de atmosfeer). |
|
Evaporometer: |
Dit toestel is een wetenschappelijk instrument dat wordt gebruikt om de snelheid van waterverdamping van een nat oppervlak naar de atmosfeer
te meten. Lees meer over verdampingsmeters |
|
Evapotranspiratie: |
De totale verdamping van een begroeid
oppervlak of de som van de evaporatie uit de
bodem en de "transpiratie" van de flora. |
|
Exogeen: |
Een exogeen proces is een proces dat van
buiten uit ontstaat of geïnitieerd wordt
zoals bijvoorbeeld de verwarming van de
aarde door de zon. |
|
Exosfeer: |
De buitenste laag van onze atmosfeer die
zich uitstrekt van zo'n 500 tot 1000km
hoogte. |
Exotherm proces: |
Natuurkundig proces waarbij tijdens het
proces warmte vrijkomt. Voorbeelden van
exotherme processen zijn condenseren,
sublimeren
en bevriezen. |
|
Extinctie: |
Mate van uitdoving van de lichtstralen door
de atmosfeer. De extinctie is een maat voor
het zicht. In feite het tegenovergestelde
van de doorlatendheid. |
|
Extrapolatie: |
In de meteorologie: aan de hand van
waarnemingen, op een weerkaart de verwachte
route uittekenen van een willekeurig
weersysteem,
zoals een hogedrukgebied, een
lagedrukgebied,
een frontaal systeem of een
regengebied. |
|
Extremen: |
Uiterste waarden van bijvoorbeeld
temperatuur, neerslag en wind. Het klimaat
wordt beschreven door middel van gemiddelden
en uitersten,
de extremen dus. Extremen zijn
er altijd geweest en verspreid over de hele
aarde is altijd wel ergens een extreem te
vinden. Extremen krijgen
vooral
de laatste jaren echter meer aandacht in de
media waardoor een vertekend beeld kan
ontstaan van de klimaatverandering. Maar ook
het klimaat zonder verstrekt broeikaseffect
kent extremen die gemiddeld slechts één keer
per eeuw of nog minder vaak voorkomen. De
nieuwswaarde van extreem weer neemt echter
toe omdat de maatschappij kwetsbaarder wordt
en weerextremen steeds vaker tot rampen of
grote schade leiden.
Veel extreme gebeurtenissen zijn (nog) te
zeldzaam om direct met het broeikaseffect in
verband te worden gebracht. Uit onderzoek
blijkt echter
wel een toename van bepaalde extremen, onder
meer in het klimaat van Europa.
Computerberekeningen laten zien dat het
klimaat in de 21e eeuw extremer wordt.
Extreem koude winters zoals die van 1963
worden echter zeldzamer, hittegolven komen
vaker voor. |
|
|
|
|