Gemiddelde neerslag  1981 - 2010
     
In Nederland valt gedurende het hele jaar regel matig neerslag. Er zijn weinig langdurige, droge perioden. Gemiddeld valt er in Nederland 847 mm neerslag per jaar. Van jaar tot jaar zijn er wel grote verschillen: met 483mm viel er het minst in 2003 in Kornwerderzand, met 1374 mm viel er
het meest in 1998 in Schellingwoude. De uiterste waarden in De Bilt liepen uiteen van 576 mm in 1996 tot 1240 mm in 1998. Ook de neerslagreeksen van de vier andere hoofdstations tonen grote variaties.
 
Naast verschillen van jaar tot jaar zijn er ook verschillen van seizoen tot seizoen. Zo is het in een voorjaarsmaand als mei in het hele land droger Zo is het in een voorjaarsmaand als mei in het hele land droger
dan in een najaarsmaand als oktober. De verdeling van de hoeveelheid neerslag over het land is in deze twee maanden ook niet hetzelfde.
In het najaar valt gemiddeld de meeste neerslag in een brede zone langs de kust; in het voorjaar is het daar gemiddeld juist droger dan in het binnenland. De oorzaak van deze verschillen is dat zeewater langzamer van temperatuur verandert dan land.
 
Zo is zeewater In het najaar nog relatief warm, het koelt na de zomer immers langzamer af dan het land. Boven dit warme water ontstaan eerder buien dan boven het afgekoelde land. Met de overheersende westenwinden trekken deze naar het land en veroorzaken vooral neerslag in de kuststrook. 
 
In het voorjaar blaast de wind over het nog koude water. Het land warmt sneller op dan het water en boven het steeds warmer wordende binnenland ontstaan eerder wolken dan in de koele kuststrook. Bovendien bereiken deze wolken door de stijgende, warme lucht eerder het neerslagstadium dan wolken aan de kust. 
 
Door de aanwezigheid van reliëf en steden valt er In sommige gebieden van het land meer neerslag dan gemiddeld. De Veluwe, de Hondsrug en
de Vaalserberg liggen hoger dan hun omgeving. Daarom moet uit het westen aangevoerde vochtige lucht hier opstijgen. Daarbij koelt de lucht af, ontstaan er waterdruppeltjes uit de waterdamp en vormen zich wolken. Uiteindelijk kan het ook gaan regenen. Aan de oostzijde van deze
gebieden, in de ‘regenschaduw’, valt gemiddeld minder neerslag. In de buurt van grote steden regent het meer. Mogelijke oorzaken: het is er warmer, luchtstromen ondervinden meer hinder en de lucht bevat meer condensatiekernen (fijne deeltjes waar waterdruppeltjes zich op afzetten)  allemaal bevorderlijk voor het ontstaan voor neerslag. Later in het jaar draagt ook de invloed van het warmere zeewater bij aan het ontstaan van meer neerslag. 
 
Klik op een kaart rechts voor een andere maand 
 
Januari
 
Februari
 
Maart
 
April
Mei
 
Juni
 
Juli
 
Augustus
September
 
Oktober
 
November
 
December
Gemiddelde neerslag  1991 - 2020
Klik op een kaart rechts voor een andere maand 
 
Januari
 
Februari
 
Maart
 
April
Mei
 
Juni
 
Juli
 
Augustus
September
 
Oktober
 
November
 
December
Neerslag per seizoen 1991 - 2020
Highslide JS
Winter
 
Highslide JS
Lente 
 
Highslide JS
Zomer
 
Highslide JS
Herfst