|
Maak zelf een anemometer of windsnelheidmeter
|
|
|
|
|
|
|
Het kan soms behoorlijk waaien in Nederland. Als je lange haren hebt, kunnen ze soms alle kanten op waaien. Maar wat is wind nu eigenlijk?
Wind is niets meer en niets minder dan
bewegende lucht!
Proefje
Wat bewegende lucht is, kun je zelf
onderzoeken. Daarvoor heb je een föhn, een
deur en je eigen handen nodig.
1. Wapper je handen voor je gezicht. Wat
voel je?
2. Loop nu naar een deur en doe hem open.
Beweeg hem snel heen en weer. Wat voel je?
3. Zet een föhn aan en richt hem op je
haren.
Wat voel je nu? Wat je voelt, is bewegende
lucht. Wind dus eigenlijk.
Hoe hard het waait, kun je meten met een
windmeter.
De windsnelheid wordt uitgedrukt in de
eenheid meter per seconde (m/s) of kilometer
per uur (km/u). |
|
|
|
|
|
|
1: Herken het doel van een windmeter.
Een anemometer helpt weerwetenschappers om de windsnelheid te meten.
Dit instrument draait met dezelfde snelheid als
de wind en geeft een directe meting van de snelheid van de wind.
1: Windsnelheden worden doorgaans gemeten met behulp van de windschaal van Beaufort,
met een schaal van 0-12 op basis van visuele aanwijzingen. U kunt leren kalme, zachte,
gematigde en sterke briesjes te herkennen met je zelfgemaakte anemometer. |
|
|
|
|
|
|
|
2: Verzamel je spullen.
Om een windmeter te maken, heb je de volgende benodigdheden nodig:
4 plastic bekers van dezelfde kleur, zoals Dixie of Solo bekers
1 plastic beker van een andere kleur
2 lange stroken stevig karton
Een pen
Een potlood met een gum aan het ene uiteinde
Een liniaal
Een nietmachine
Een speld
Een horloge met secondewijzer of timer
Een kleine fan
Een rekenmachine |
|
|
|
|
|
|
|
3: Leg de kartonnen stroken op elkaar om een plusteken te vormen.
Gebruik vervolgens de nietmachine om ze aan elkaar te nieten. Niet deze in het midden van
het plusteken zodat ze hun vorm behouden. |
|
|
|
|
|
|
|
4: Bevestig 4 bekers aan de uiteinden van de kartonnen stukjes.
Gebruik de verschillend gekleurde beker als een van de 4 bekers. Niet de bekers op het karton zodat ze op hun zijkant liggen, in dezelfde richting ten opzichte van de kartonnen stukjes. |
|
|
|
|
|
|
|
5: Druk de speld door het midden van de kartonnen stukjes.
Duw vervolgens de speld in het gumgedeelte van het potlood in de pen die uit het midden van
de kartonnen stukjes steekt.
1: Gebruik de schaar om een klein gaatje in de bodem van de overgebleven beker te prikken.
Schuif het potlood in deze beker.
2: De windmeter moet nu rechtop staan, ondersteund door het potlood in de beker.
Er moeten 4 bekers aan de uiteinden van de kartonnen stukjes zitten, allemaal aan hun
zijkanten en in dezelfde richting gericht.
|
|
|
|
|
|
|
|
6: Zet de ventilator op een paar meter afstand van de windmeter.
Schakel het vervolgens op lage snelheid in. Gebruik de stopwatch om het aantal rotaties te
tellen dat in 15 seconden plaatsvindt. Vermenigvuldig dit aantal met 4 om het aantal omwentelingen per minuut te bepalen.
1: Gebruik de verschillend gekleurde beker als een marker voor 1 rotatie, waarbij 1 rotatie elke
keer is dat de verschillend gekleurde beker helemaal rond komt. Dit zal je helpen om de
rotaties nauwkeurig te tellen.
2: U kunt de windmeter ook buiten testen om de luchtdruk af te lezen.
Maak een grafiek met 2 kolommen, 1 voor het tijdsinterval en 1 voor het aantal spins.
U kunt dan het tijdsinterval en het aantal spins binnen dat tijdsinterval opnemen. |
|
|
|
|
|
|
