|
De gezondheideffecten van fijnstof |
|
|
Fijnstof is niet goed voor de gezondheid. De grootte van de deeltjes heeft invloed op waar fijnstof in de luchtwegen terecht komt. En dat bepaalt welke effecten op de gezondheid fijnstof heeft. Maar het maakt ook uit om hoeveel deeltjes het gaat, wat hun vorm is en uit welke stoffen ze bestaan. |
|
Effecten van kortdurende, hoge niveaus (pieken) |
Soms zit er plotseling veel fijnstof (PM10, PM2,5) in de lucht, bijvoorbeeld door verkeersdrukte en het weertype. Dat is niet goed voor mensen die daar gevoelig voor zijn. Het gaat dan om kinderen, ouderen of mensen met hart-, vaat- of longziekten. Zij kunnen last krijgen van hoesten en benauwdheid. De klachten verdwijnen meestal weer zodra de concentratie van fijnstof in de lucht daalt. Maar zieke mensen kunnen ook enkele
dagen tot maanden eerder komen te overlijden door pieken in luchtvervuiling. Het is niet bekend of kortdurende pieken (maximaal 24 uur) blijvende schade geven als je er meerdere malen aan wordt blootgesteld. Omdat de fijnstof-niveaus sinds begin jaren negentig dalen, neemt ook de vroegtijdige sterfte door een kortdurende verhogingen sinds die tijd af. |
|
Effecten van langdurige blootstelling |
Fijnstof kan leiden tot gezondheidseffecten zoals verminderde longfunctie en verergering van luchtwegklachten. Vermoedelijk zijn er ook effecten op de ontwikkeling van de foetus, longen en hersenen bij kinderen. Ook is er mogelijk een effect op diabetes en dementie. Mensen kunnen ook vroegtijdig overlijden door met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Nederlanders hebben door langdurige blootstelling aan fijnstof een verminderde levensduur van circa 9 maanden in vergelijking met een fijnstof-vrije omgeving. Dit is een gemiddelde: sommige mensen zullen minder invloed ondervinden en andere meer. Er lijkt geen veilig niveau te zijn: ook lage niveaus (onder de normen en advieswaarden) kunnen schadelijk zijn. Gezondheidseffecten, zoals een verminderde longfunctie, herstellen waarschijnlijk als mensen verhuizen naar een gebied met schonere lucht. |
|
Gezondheidseffecten ultrafijnstof |
Er wordt steeds meer gekeken naar nog kleinere stofdeeltjes, die onderdeel zijn van PM10. Ultrafijnstof bestaat uit stofdeeltjes die kleiner zijn dan 0,1 micrometer (PM0,1). Deze kleinere
deeltjes hebben waarschijnlijk een groter effect op de gezondheid dan PM10 en PM2,5. Dit komt doordat ze dieper in de longen kunnen doordringen en ook in de rest van het lichaam terecht lijken te komen. In de buurt van Schiphol zit er vaak wat meer ultrafijnstof in de lucht. Op dagen met meer ultrafijnstof hebben kinderen met luchtwegaandoeningen meer last en gebruiken ze meer medicijnen . Klachten zijn kortademigheid en piepende ademhaling. |
|
De gezondheideffecten van ozon |
|
Ozon is de meest
reactieve en
giftige
component van
fotochemische
smog. Het dringt
bij de inademing
door tot in de
kleinste
luchtwegen en de
longblaasjes en
zorgt zo voor
prikkeling van
de slijmvliezen.
De meest
typische
klachten van
acute
blootstelling
aan ozon zijn
een prikkelende
ademhaling
(hoesten) en
irritatie van de
ogen. Ook kan
men last krijgen
van verergering
van
luchtwegklachten,
duizeligheid,
misselijkheid of
hoofdpijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voornaamste gezondheidseffecten bij kortdurende |
|
milde respons
max. 1 uur
ozonconcentratie :180-240 µg/m3 |
gemiddelde longfunctieverminderinga <5%, bij gevoeligen <10%
incidentele oogirritatie (onafhankelijk van lichamelijke inspanning)
incidentele luchtwegsymptomen zoals hoest bij gevoeligen |
matige respons
max. 1 uur
ozonconcentratie : 240-360 µg/m3 |
gemiddelde longfunctieverminderinga 5-15%, bij gevoeligen 10-30%
irritatie van ogen, neus en keel (onafhankelijk van lichamelijke inspanning)
luchtwegsymptomen zoals hoest, pijn op de borst, kortademigheid bij gevoeligen
toename ernst en frequentie van symptomen bij personen met CARAb |
ernstige respons
max. 1 uur
ozonconcentratie : > 360 µg/m3 |
gemiddelde longfunctieverminderinga >15%, bij gevoeligen >30%
ernstige luchtwegsymptomen als aanhoudende hoest, pijn op de borst, kortademigheid
mogelijke gevoelens van onbehagen, benauwdheid, hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid bij gevoeligen
sterke toename ernst en frequentie van symptomen bij personen met CARAb |
|
a: mogelijk gepaard gaande met ontstekingsreacties, toegenomen hyperactiviteit van de luchtwegen en verandering in de longklaring |
b: Chronische Aspecifieke Respiratorische Aandoeningen |
|
Ozon kan verschillende gezondheidsklachten, waaronder longfunctieveranderingen, uitlokken. De andere stoffen uit de "zomersmogcocktail" veroorzaken prikkende ogen, hoesten en irritatie
van de slijmvliezen. Het optreden van deze symptomen is afhankelijk van verschillende factoren: |
|
- de ozonconcentratie, nl. hoe hoger de concentratie, hoe meer mensen klachten zullen vertonen en hoe ernstiger de klachten zullen zijn.
Er kan echter niet precies aangegeven worden vanaf welke concentraties welke effecten te verwachten zijn. |
- de individuele gevoeligheid: personen met aandoeningen van de luchtwegen zullen sneller een effect waarnemen dan personen met een normale
longfunctie. Ook kinderen zullen gevoeliger zijn. Bovendien bestaat er een zogenaamde groep "responders" (zowat 10% van de bevolking) die om
onduidelijke redenen extra gevoelig zijn voor ozonepisodes. |
- de geleverde inspanning: bij het leveren van intensieve inspanningen in de buitenlucht zal de ademhaling versnellen en zal er per seconde meer lucht
de longen passeren. In vergelijking met een persoon in rust houdt dit een grotere blootstelling aan ozon in en dus meer kans op een effect. |
|
De Europese informatiedrempel van 180 µg/m³ voor informatie van de bevolking mag dus niet gezien worden als een effectdrempelwaarde waaronder helemaal niemand welk effect dan ook zou kunnen ondervinden. De WGO (in 1990) stelt dat de effecten bij concentraties lager dan
200 µg/m³ echter beperkt zijn in ernst, en slechts voorkomen bij minder dan 5% van de totale bevolking. Op lagere concentratieniveaus de
volledige bevolking waarschuwen is om bovengenoemde reden niet aangewezen. |
|
Het gaat hier dus om een glijdende schaal en ietwat kunstmatig kan er gesproken worden van een milde respons bij (uurgemiddelde) concentraties van 180-240 µg/m³, een matige respons bij 240-360 µg/m³ en een ernstige respons boven de 360 µg/m³. |
|
Een aantal voorzorgsmaatregelen kan de effecten beperken. Uit hetgeen voorafgaat is het duidelijk dat de effecten van ozonepisodes vermeden of beperkt kunnen worden door tijdens de middag of de vroege avond (12-20 uur) zware inspanningen buitenshuis te vermijden. Deze maatregelen dienen genomen te worden door mensen met een individuele gevoeligheid van de luchtwegen en kinderen vanaf 180 µg/m³. Vanaf 240 µg/m³ dient dan de hele bevolking deze voorzorgsmaatregelen te volgen. Indien er desondanks toch nog gezondheidsklachten optreden is het natuurlijk nuttig en aangewezen de huisarts te raadplegen, die het best op de hoogte is van de persoonlijke gezondheidstoestand van de patiënt en dus het best geplaatst om bijkomend persoonlijk advies te verstrekken. |
|
De gezondheideffecten van
Stikstofdioxide
|
|
Stikstofdioxide
(NO2) dringt
door tot in de
kleinste
vertakkingen van
de luchtwegen.
Het kan bij hoge
concentraties
irritatie
veroorzaken aan
ogen, neus en
keel. Bij
blootstelling
aan lage
concentraties
stikstofdioxide
wordt een lagere
longfunctie
waargenomen. Ook
een toename van
astma-aanvallen
en
ziekenhuisopnamen
en een verhoogde
gevoeligheid
voor infecties
komen
voor. Het
is minder
waarschijnlijk
dat de gevonden
associaties
tussen NO2 en
gezondheidseffecten
door NO2 zelf
worden
veroorzaakt.
Aannemelijker is
dat de
NO2-concentratie
model staat
voor
het mengsel aan
luchtverontreiniging.
Maar omdat NO2
zo sterk
gerelateerd is
aan het mengsel
van
verkeersgerelateerde
verontreiniging
en er ten
gevolge van
verkeersemissies
wel
degelijk
negatieve
gezondheidseffecten
kunnen optreden,
zijn ook aan de
NO2 niveaus
normen
gekoppeld. |
|
De gezondheideffecten van Zwaveldioxide |
|
SO2 is irriterend bij inademing en kan bij blootstelling aan hoge concentraties ademhalingsproblemen veroorzaken. Vooral personen met astma, chronische longziekten of met ademhalingsmoeilijkheden zijn gevoelig. Als er veel zwaveldioxide in lucht aanwezig is, kunnen astma-aanvallen uitgelokt worden. |
|
De gezondheidseffecten worden veroorzaakt door opname van SO2 in de slijmvliezen van de neus en in de bovenste ademhalingswegen.
Bij zeer grote hoeveelheden (> 10 000 µg/m³)
kan SO2 acute en ernstige effecten in de luchtwegen veroorzaken. |
|
Kinderen zijn extra kwetsbaar voor SO2. Wetenschappelijk onderzoek in grote bevolkingsgroepen toonde aan dat een klein, maar mogelijk onomkeerbaar verlies van longfunctie kan optreden vanaf 250-450 µg/m³ en een hoger sterfterisico vanaf 500-1000 µg/m³. |
|
|
|
|